Language of document :

Beroep ingesteld op 16 maart 2011 - Reddig/BHIM - Morleys

(Vorm van messenheft)

(Zaak T-164/11)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Reddig GmbH (Drebber, Duitsland) (vertegenwoordiger: C. Thomas, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Morleys Ltd (Preston, Verenigd Koninkrijk)

Conclusies

de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 15 december 2010 in zaak R 1072/2009-2 vernietigen;

verweerde verwijzen in de kosten van de procedure voor het Gerecht en in voorkomend geval interveniënte verwijzen in de kosten van de administratieve procedure voor de kamer van beroep; en

een datum vaststellen voor de mondelinge behandeling van de zaak indien het Gerecht niet kan oordelen zonder een mondelinge behandeling.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring wordt gevorderd: driedimensionaal merk "dolphin" voor waren van de klassen 6, 8 en 20 - gemeenschapsmerkinschrijving nr. 2630101

Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Motvering van de vordering tot nietigverklaring: absolute nietigheidsgronden overeenkomstig artikel 52, lid 1, sub a, juncto artikel 7, lid 1, sub b, c, d, en e-ii, van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad, en het feit dat de merkhouder bij de indiening van de aanvraag te kwader trouw heeft gehandeld overeenkomstig artikel 52, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad.

Beslissing van de nietigheidsafdeling: toewijzing van de vordering tot nietigverklaring en nietigverklaring van het gemeenschapsmerk in zijn geheel

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 7, lid 1, sub e-ii, van verordening nr. 207/2009 van de Raad, daar de kamer van beroep deze bepaling en de vereisten van het arrest Lego van het Hof van Justitie (arrest Hof van 14 september 2010, Lego Juris/BHIM, C-48/09 P) onjuist heeft uitgelegd.

____________