Language of document :

Beroep ingesteld op 15 maart 2011 - Centre national de la recherche scientifique / Commissie

(Zaak T-167/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Centre national de la recherche scientifique (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordiger: N. Lenoir, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

de Commissie te veroordelen tot terugbetaling van de beweerde schuldvordering van 20 989,82 EUR, die zij op grond van de overeenkomst in haar debetnota nr. 2010-1232 van 26 oktober 2010 heeft opgeëist en die aanleiding heeft gegeven tot de verrekening van 17 december 2010 [ref. BUDG/C3 D(2010) B.2 - 1232], vermeerderd met de vertragingsrente tegen het wettelijk tarief, volgens het op de overeenkomst toepasselijke Belgische recht;

de Commissie te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan:

1.    Schending van artikel II.19, lid 1, van de algemene voorwaarden van overeenkomst LSHB-CT-2004-503319 inzake het "ALLOSTEM"-project, dat onder het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (2002-2006) (hierna: "ALLOSTEM-Overeenkomst") valt, aangezien de Commissie het voor verzoeker moeilijk, en zelfs onmogelijk, heeft gemaakt om het bewijs van de goede uitvoering van de overeenkomst te leveren wat het in aanmerking komen van personeelsuitgaven betreft, doordat zij de criteria voor de vaststelling van in aanmerking komende kosten niet heeft nageleefd.

2.    Schending van de contractuele verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen II.19 en II.20 van de algemene voorwaarden van de ALLOSTEM-Overeenkomst, aangezien de Commissie heeft uitgesloten dat de uitgaven inzake de "voorziening voor verlies van betrekking" en inzake het zwangerschapsverlof van een biologe die in dienst was op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, in aanmerking kwamen.

3.    Schending van artikel 12 van de ALLOSTEM-Overeenkomst, dat de beoordeling van het vaststaand karakter van op deze overeenkomst gebaseerde schuldvorderingen aan Belgisch recht onderwerpt. Verzoeker betoogt:

-    dat de Commissie zich enkel op Unierecht en niet op Belgisch recht heeft gesteund om te beoordelen of de opgeëiste schuldvordering vaststond, en

-    dat de schuldvordering ernstig wordt betwist en dus niet vaststaat.

____________