Language of document : ECLI:EU:T:2014:439





Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 11 juni 2014 – Syria International Islamic Bank/Raad

(Zaak T‑293/12)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Syrië – Bevriezing van tegoeden – Kennelijke beoordelingsfout – Bewijslast – Verzoek om schadevergoeding”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Procesbelang – Beroep tegen een ingetrokken handeling – Respectieve gevolgen van intrekking of nietigverklaring – Behoud van het belang van verzoeker bij nietigverklaring van de bestreden handeling (Art. 264 VWEU en 266 VWEU; besluiten 2011/782/GBVB en 2012/335/GBVB van de Raad) (cf. punten 35‑41)

2.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen tegen Syrië – Bevriezing van tegoeden van bepaalde personen en entiteiten wegens de situatie in Syrië – Rechterlijke toetsing – Omvang – Beperkte toetsing voor de algemene regels – Toetsing verruimd tot de beoordeling van de feiten en de controle van de bewijzen voor handelingen betreffende specifieke entiteiten (Art. 29 VEU; art. 215, lid 2, VWEU; verordening nr. 544/2012 van de Raad; besluit 2012/335/GBVB van de Raad) (cf. punten 54‑57)

3.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Vaststelling van het voorwerp van het geschil – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Verzoekschrift strekkende tot herstel van de door een instelling van de Unie veroorzaakte schade – Geen aanwijzingen omtrent de aard en de omvang van de geleden schade en het causaal verband – Niet-ontvankelijkheid (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c) (cf. punten 72‑75, 83)

4.                     Gerechtelijke procedure – Overlegging van bewijsstukken – Termijn –Tardieve bewijsaanbiedingen – Voorwaarden (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 1) (cf. punten 76‑79)

Voorwerp

Ten eerste, verzoek tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 544/2012 van de Raad van 25 juni 2012 houdende uitvoering van artikel 32, lid 1, van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L 165, blz. 20, rectificatie PB 2012, L 173, blz. 27), en van uitvoeringsbesluit 2012/335/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 tot uitvoering van besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 165, blz. 80), voor zover zij verzoekster betreffen en, ten tweede, verzoek om schadevergoeding

Dictum

1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 544/2012 van de Raad van 25 juni 2012 houdende uitvoering van artikel 32, lid 1, van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië, wordt nietig verklaard, voor zover zij Syria International Islamic Bank PJSC betreft.

2)

Uitvoeringsbesluit 2012/335/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 tot uitvoering van besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië, wordt nietig verklaard, voor zover het Syria International Islamic Bank betreft.

3)

Het verzoek om schadevergoeding wordt niet-ontvankelijk verklaard.

4)

Syria International Islamic Bank draagt een vierde van haar eigen kosten.

5)

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten en drie vierde van de kosten van Syria International Islamic Bank.