Beroep ingesteld op 19 juni 2021 – Ryanair/Commissie
(Zaak T-340/21)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Ryanair DAC (Swords, Ireland) (vertegenwoordigers: E. Vahida, F.-C. Laprévote, V. Blanc, S. Rating en I.-G. Metaxas-Maranghidis, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
verweersters besluit van 23 december 2020 betreffende steunmaatregel SA.59462 (2020/N) – Griekenland – COVID-19: Schadevergoeding voor Aegean Airlines1 nietig verklaren, en
verweerster verwijzen in de kosten.
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van het beroep voert verzoekster vier middelen aan.
Verweerster heeft artikel 107, lid 2, onder b), VWEU onjuist toegepast en heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt bij haar toetsing van de evenredigheid van de steun aan de door de COVID-19 crisis veroorzaakte schade.
Het bestreden besluit is in strijd met specifieke bepalingen van het VWEU, de algemene Unierechtelijke beginselen die ten grondslag hebben gelegen aan de liberalisering van het luchtvervoer sinds het einde van de jaren 80 (namelijk het verbod op discriminatie, het vrij verrichten van diensten en de vrijheid van vestiging) en verordening (EG) nr. 1008/20082 .
Verweerster heeft geen formele onderzoeksprocedure ingeleid ondanks het bestaan van ernstige moeilijkheden en heeft verzoeksters procedurele rechten geschonden.
Verweerster is haar motiveringsplicht niet nagekomen.
____________
1 PB 2021, C 122, blz. 15 en 16.
2 Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (Herziening) (Voor de EER relevante tekst) (PB 2008, L 293, blz. 3-20).