Language of document : ECLI:EU:T:2013:592

Zaak T‑499/10

MOL Magyar Olaj- és Gázipari Nyrt.

tegen

Europese Commissie

„Staatssteun – Overeenkomst tussen Hongarije en olie‑en gasmaatschappij MOL over vergoedingen voor winning van koolwaterstoffen – Latere wijziging van wettelijk stelsel van vergoedingen – Besluit waarbij steun onverenigbaar met interne markt is verklaard – Selectiviteit”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 12 november 2013

1.      Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Tussenkomst waardoor lasten van onderneming worden verlicht – Daaronder begrepen

(Art. 107, lid 1, VWEU)

2.      Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Selectiviteit van maatregel – Beoordelingscriterium

(Art. 107, lid 1, VWEU)

3.      Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Overeenkomst tussen staat en onderneming die geen staatssteun inhoudt – Latere wijziging van omstandigheden die met deze overeenkomst geen verband houden waardoor onderneming zich in begunstigde positie bevindt – Daaronder niet begrepen behalve indien overeenkomst selectief is

(Art. 107, lid 1, VWEU)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 52, 53)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 54)

3.      Wanneer een staat en een onderneming een overeenkomst sluiten die geen staatssteun in de zin van artikel 107 VWEU inhoudt, volstaat het feit dat daarna de omstandigheden los van een dergelijke overeenkomst veranderen zodat de betrokken onderneming zich ten aanzien van andere ondernemingen die geen soortgelijke overeenkomst hebben gesloten in een begunstigde positie bevindt, niet om de overeenkomst en de latere wijziging van de omstandigheden die daarmee geen verband houden, als geheel beschouwd, te kunnen aanmerken als staatssteun.

Mocht een dergelijk beginsel niet bestaan, dan zou elke overeenkomst tussen een onderneming en een staat die geen staatssteun in de zin van artikel 107 VWEU inhoudt immers altijd opnieuw aan de orde kunnen worden gesteld wanneer de situatie op de markt waarop de onderneming die partij is bij die overeenkomst evolueert zodat haar een voordeel toevalt of wanneer de staat ten gevolge van een evolutie van de markt zijn regelgevende bevoegdheid op objectief gerechtvaardigde wijze uitoefent en daarbij de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen eerbiedigt. Daarentegen kan de combinatie van de overeenkomst en de latere wijziging van de omstandigheden die daarmee geen verband houden worden aangemerkt als staatssteun wanneer de voorwaarden van de gesloten overeenkomst door de staat selectief aan een of meerdere ondernemingen zijn voorgesteld en niet op basis van objectieve criteria die voortvloeien uit een tekst met algemene draagwijdte en die op elke onderneming van toepassing zijn.

In dit verband zij opgemerkt dat de omstandigheid dat slechts één onderneming een dergelijke overeenkomst heeft gesloten niet volstaat om vast te stellen dat de overeenkomst selectief is, aangezien een dergelijke omstandigheid met name het gevolg kan zijn van een gebrek aan belangstelling van alle andere ondernemingen.

Overigens kan voor de toepassing van artikel 107, lid 1, VWEU één enkele steunmaatregel bestaan in een combinatie van factoren, op voorwaarde dat zij, gelet op hun chronologie en doeleinden alsook op de situatie waarin de onderneming zich bevond ten tijde van de maatregelen, zo nauw met elkaar verbonden zijn dat zij onmogelijk gescheiden kunnen worden gezien. Tegen deze achtergrond kan voormelde combinatie worden gekwalificeerd als staatssteun wanneer de staat handelt om een of meerdere reeds op de markt aanwezige ondernemingen te beschermen, door een overeenkomst met hen te sluiten die hun vaste winningsvergoedingen biedt voor haar gehele duur, maar met de bedoeling om later zijn regelgevende bevoegdheid uit te oefenen door de vergoedingen te verhogen, zodat de andere marktdeelnemers, ongeacht of die reeds aanwezig waren op het moment van het sluiten van de overeenkomst, benadeeld worden.

(cf. punten 64‑67)