Beroep ingesteld op 16 juli 2014 – CW/Raad
(Zaak T-516/13)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: CW (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordiger: A. Tekari, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
uitvoeringsbesluit 2013/409/GBVB van de Raad van 30 juli 2013 tot uitvoering van besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië nietig verklaren, voor zover het verzoeker betreft;
de Raad van de Europese Unie veroordelen tot betaling van 100 000 EUR als vergoeding van de door verzoeker geleden materiële en morele schade;
de Raad van de Europese Unie verwijzen in zijn eigen kosten en in die van verzoeker.
Middelen en voornaamste argumenten
Tot staving van zijn beroep voert verzoeker twee middelen aan.
Eerste middel: ontstentenis van een rechtsgrondslag voor besluit 2013/409/GBVB1 , daar dit besluit is vastgesteld om een andere reden dan de reden vermeld in artikel 1 van besluit 2011/72/GBVB2 , dat als rechtsgrondslag van eerstgenoemd besluit dient.
Tweede middel: schending van het eigendomsrecht, aangezien de aan verzoeker opgelegde beperkende maatregelen een ongerechtvaardigde beperking van zijn eigendomsrecht vormen.
________________________1 Uitvoeringsbesluit 2013/409/GBVB van de Raad van 30 juli 2013 tot uitvoering van besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB L 204, blz. 52).
2 Besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB L 28, blz. 62).