Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 8 april 2002 ingesteld door SFT Gondrand Frères tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-104/02)

    (Procestaal: Frans)

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 8 april 2002 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door SFT Gondrand Frères, gevestigd te Parijs, vertegenwoordigd door Mireille Famchon, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(beschikking (REM 06/01) van 14 januari 2002 nietig te verklaren en de door SFT Gondrand Frères gevraagde kwijtschelding van antidumpingrechten gegrond te verklaren.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster is erkend douane-expediteur. In 1997 heeft zij drie ladingen oplossingen van ureum en ammoniumnitraat van oorsprong uit Polen ingeklaard. Bij het indienen van de douaneaangiften verzocht verzoekster om toekenning van de vrijstelling van het antidumpingrecht, die voor de importen van dit product geldt wanneer het afkomstig is uit Polen. Naar aanleiding van een controle was de Franse douane van oordeel, dat het antidumpingrecht had moeten worden toegepast, waarop zij verzoekster om betaling van de douaneschuld verzocht.

Verzoekster heeft vervolgens kwijtschelding van de antidumpingrechten en de desbetreffende BTW gevraagd. Dit verzoek is door de Franse autoriteit voorgelegd aan de Commissie, die de kwijtschelding heeft geweigerd. In de onderhavige zaak vecht verzoekster deze laatste beslissing aan.

Volgens verzoekster zijn geen antidumpingrechten verschuldigd overeenkomstig verordening (EG) nr. 3319/94.1 De waar is door de Poolse vennootschap, Zaklady Azotowe Pulawy, rechtstreeks gefactureerd aan een vennootschap naar Frans recht, Evertrade. De prijs van de waar lag bovendien boven de minimuminvoerprijs. In dat geval is de onderwerping van de waar aan antidumpingrechten ongegrond.

Volgens verzoekster was kwijtschelding van de rechten bovendien gerechtvaardigd op grond van een bijzondere omstandigheid. De betrokken regeling heeft tot doel, te verhinderen dat de dumpingmaatregelen worden ontdoken door het creëren van invoercircuits waarbij in derde landen gevestigde vennootschappen als tussenpersoon optreden. Dit doel is in acht genomen, aangezien de eerste koper van de Poolse exporteur een Franse vennootschap is. Bovendien levert de betrokken regelgeving uitleggingsproblemen op. De Franse autoriteiten hebben dezelfde uitlegging gevolgd als verzoekster. Het verzuim is zuiver formeel en heeft geen reële gevolgen gehad voor de goede werking van het douanestelsel.

Tot slot wijst verzoekster erop, dat haar geen kunstgreep noch een klaarblijkelijke nalatigheid kan worden verweten.

____________

1 - (Verordening (EG) nr. 3319/94 van de Raad van 22 december 1994 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van oplossingen van ureum en ammoniumnitraat van oorsprong uit Bulgarije en Polen, uitgevoerd door firma's die niet vrijgesteld zijn van het antidumpingrecht, en tot definitieve inning van het voorlopige recht (PB L 350, van 31.12.1994, blz. 20)