Language of document :

Arrest van het Gerecht van 20 februari 2013 - Melli Bank/Raad

(Zaak T-492/10)

("Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie - Bevriezing van tegoeden - Entiteit volledig in handen van entiteit waarvan betrokkenheid bij nucleaire proliferatie is vastgesteld - Exceptie van onwettigheid - Motiveringsplicht - Recht van verdediging - Recht op effectieve rechterlijke bescherming")

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Melli Bank plc (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Gadhia, S. Ashley, solicitors, D. Anderson, QC, en R. Blakeley, barrister, vervolgens S. Ashley, S. Jeffrey, A. Irvine, solicitors, D. Wyatt, QC, en R. Blakeley, barrister)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en R. Liudvinaviciute-Cordeiro, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: S. Boelaert en M. Konstantinidis, gemachtigden)

Voorwerp

Enerzijds een verzoek om nietigverklaring van besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39), besluit 2010/644/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 tot wijziging van besluit 2010/413 (PB L 281, blz. 81), verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB L 281, blz. 1), besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413 (PB L 319, blz. 71), uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening nr. 961/2010 (PB L 319, blz. 11), en verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), voor zover deze handelingen verzoekster betreffen, en anderzijds een vordering tot verklaring dat artikel 16, lid 2, sub a, van verordening nr. 961/2010 en artikel 23, lid 2, van verordening nr. 267/2012 op verzoekster niet van toepassing zijn

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Melli Bank plc zal haar eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie dragen.

De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.

____________

1 - PB C 328 van 4.12.2010.