Language of document :

Beroep ingesteld op 12 juli 2013 – Republiek Litouwen / Europese Commissie

(Zaak T-365/13)

Procestaal: Litouws

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Litouwen (vertegenwoordigers: D. Kriaučiūnas en R. Krasuckaitė)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclus

tgaven worden geweigerd;de Europese Commiss

ie in de kosten te verwijzen.Middelen en voornaamste argumentenTer ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vijf middelen aan.Met het eerste middel betoogt verzoekster dat de Commissie met het bestreden besluit de art

ikelen 10 en 15 van verordening (RG) nr. 1975/200

6 en artikel 48 van verordening (E

G) nr. 1974/2006 heeft geschonden door geen acht te slaan op de in deze bepaling

en aan de lidstaten gelaten vrijheid, zelf criteria en procedures voor de verrichting van controles te bepalen, en het standpunt van de Litouwse autoriteiten over de doeltreffendheid van de gekozen controlemethode buiten beschouwing heeft gelaten, door te verlangen dat maatregelen ter ondersteuning bij een natuurlijke handicap aan diepgaande controle (controles ter plaatse) moeten worden onderworpen wanneer een criterium (bestandsdichtheid) toereikend vervuld is.Met het tweede middel betoogt verzoekster dat de Commissie heeft gehandeld in strijd met artikel 31, lid 2, van verordening (EG) nr. 1290/2005 en in strijd met het evenredigheidsbeginsel, door op basis van een kennelijk ongeschikte controle aan de hand va

n het criterium van de bestandsdichtheid ten onrechte een financiële correctie van 5 % toe te passen, terwijl zij geen noemenswaardig risico voor het fonds vermeldde. De Commissie had overeenkomstig de vereisten van artikel 31, lid 2, van verordening nr. 1290/2005 financiële correcties moeten toepassen op basis van de ernst van de inbreuk en de financiële schade voor de Europese Unie. De correcties in het bestreden besluit gaan verder dan ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie passend en noodzakelijk is.Met het derde middel betoogt verzoekster dat de Commissie op basis van een onjuiste uitlegging van artikel 14, lid 2, van verordening nr. 1975/2006 en artikel 48, lid1, van verordening nr. 1974/2006 en in strijd met artikel 29 van verordening (EG) nr. 796/

2004 ten onrechte een financiële correctie van 2 % heeft toegepast met als motivering dat bij een bezichtiging ter plaatse om te controleren of aan alle verplichtingen was voldaan niet alle percelen waren onderzocht.Met het vierde middel betoogt verzoekster dat de Commissie met het bestreden besluit inbreuk heeft gemaakt op artikel 10, lid 2, van verordening nr. 1975/2006, door geen acht te slaan op de in deze bepalingen aan de lidstaten gelaten vrijheid, zelf criteri

a en procedures voor de verrichting van controles te bepalen, en het standpunt van de Litouwse autoriteiten over de doeltreffendheid van de gekozen controlemethode (schiftingsmethode) buiten beschouwing heeft gelaten, door een controle van het gebruik van meststoffen (controle door de administratie) aan te bevelen. Met het vijfde middel betoogt verzoekster dat de Commissie heeft gehandeld in strijd met artikel 31, lid 2, van verordening nr. 1290/2005 en met het evenredigheidsbeginsel, door op basis van een kennelijk ongeschikte controle aan de hand van het criterium

van het gebruik van meststoffen ten onrechte een financiële correctie van 5 % toe te passen, ofschoon zij geen noemenswaardig gevaar voor het Fonds vermeldde. De Commissie had overeenkomstig de vereisten van artikel 31, lid 2, van verordening nr. 1290/2005 financiële correcties moeten toepassen op basis van de ernst van de inbreuk en de financiële schade voor de Europese Unie. De correcties in het bestreden besluit gaan verder dan ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie passend en noodzakelijk is.

____________

____________

1 Verordening (EG) nr. 1975/2006 van de Commissie van 7 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunm

aatregelen voor plattelandsontwikkeling (PB L 268, blz. 74). Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie van 15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwik

keling (ELFPO). Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209, blz. 1). Verordening (EG) Nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake

de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot