Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 09/11/2009 door Rinse van Arum tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 10/09/2009 in zaak F-139/07, van Arum/Parlement

(Zaak T-454/09 P)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Rekwirant: Rinse van Arum (Winksele, België) (vertegenwoordiger: W. van den Muijsenbergh, advocaat)

Andere partij in de procedure: Europees Parlement

Conclusies

Het verzoekschrift en de daarin vermelde middelen en grieven ontvankelijk verklaren; en

het arrest van het Gerecht voor Ambtenarenzaken (Tweede kamer) van 10 september 2009 in de zaak F-139/07 annuleren; en

zelf rechtdoende, de beslissing tot het vaststellen van het beoordelingsrapport van verzoeker annuleren; en

het Parlement veroordelen tot het betalen van de kosten van de procedure die verzoeker heeft moeten maken in twee instanties.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn verzoekschrift roept verzoeker de volgende middelen in:

Schending van artikelen 1 en 9 van de algemene uitvoeringsbepalingen betreffende de toepassing van artikel 43 van het Statuut van de ambtenaren en van de artikelen 15, lid 2, en 87, lid 1, van de regeling van toepassing op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen en de bepalingen van de gids voor de beoordeling;

Schending van artikel 19 van de algemene uitvoeringsbepalingen en de motiveringsplicht;

Schending van het principe van de contradictoire procedure, de gelijkheid van partijen en het recht van verdediging;

Schending van het recht met betrekking tot de samenhang van de beoordeling en de puntenverlening, het recht op verdediging en het principe van behoorlijk bestuur;

Schending van artikel 90 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen (hierna "Statuut") door het gebruiken van niet tot de processtukken behorende documenten en een schending van het principe van de contradictoire procedure, evenals door een omkering van de bewijslast ten laste van verzoeker en een schending van de motiveringsplicht;

Schending van de zorgplicht in verband met het onzorgvuldig opnemen van verkeerde elementen door de eindbeoordelaar en schending van de rechtsprincipes met betrekking tot de bewijslast;

Foute toepassing van het recht, de jurisprudentie en de rechtsprincipes met betrekking tot artikel 90 van het Statuut, de zorgplicht, zorgvuldigheid, goede administratie en rechtsprincipes met betrekking tot bewijzen;

Schending van het recht door onbegrijpelijke vaststellingen door het Gerecht voor ambtenarenzaken en een onjuiste kwalificatie van feiten, evenals een schending van de motiveringsplicht en de regels van behoorlijk bestuur;

Incorrecte vaststelling van feiten.

____________