Language of document : ECLI:EU:T:2006:170

Zaak T‑136/04

Rasso Freiherr von Cramer-Klett en Rechtlerverband Pfronten

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Richtlijn 92/43/EEG van Raad – Instandhouding van natuurlijke habitats en wilde flora en fauna – Beschikking 2004/69/EG van Commissie – Lijst van gebieden van communautair belang voor alpiene biogeografische regio – Beroep tot nietigverklaring – Niet-ontvankelijkheid”

Samenvatting van de beschikking

Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken

(Art. 230, vierde alinea, EG)

De rechtstreekse geraaktheid van de verzoeker, als voorwaarde voor de ontvankelijkheid van een beroep tot nietigverklaring in de zin van artikel 230, vierde alinea, EG, houdt in dat de gemeenschapsmaatregel waartegen wordt opgekomen, rechtstreeks gevolgen heeft voor de rechtspositie van de verzoeker en geen beoordelingsvrijheid overlaat aan de adressaat die met de uitvoering ervan is belast, omdat de uitvoering zuiver automatisch is en uit de communautaire regeling alleen voortvloeit, zonder dat daarvoor nadere regels moeten worden toegepast. Dit betekent dat, wanneer een handeling van een gemeenschapsinstelling tot een lidstaat is gericht en de lidstaat ingevolge die handeling automatisch actie moet ondernemen, of wanneer vaststaat waarop die actie zal uitlopen, een ieder voor wie die actie gevolgen heeft, rechtstreeks door die handeling wordt geraakt. Indien het de lidstaat daarentegen vrijstaat om al dan niet tot actie over te gaan of wordt hij niet gedwongen om op een bepaalde wijze te handelen, is het dat handelen of stilzitten van de lidstaat, en niet de communautaire handeling zelf, waardoor de betrokkene rechtstreeks wordt geraakt.

Dienaangaande raakt beschikking 2004/69 tot vaststelling, op grond van richtlijn 92/43 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats, van de lijst van gebieden van communautair belang voor de alpiene biogeografische regio, die delen van het Duitse grondgebied aanwijst als gebieden van communautair belang, noch de rechten en plichten van de grondeigenaren noch de uitoefening van deze rechten, aangezien zij geen enkele verplichting meebrengt voor marktdeelnemers of particulieren en geen bepaling bevat over de regeling ter bescherming van de gebieden van communautair belang, zoals instandhoudingsmaatregelen of vergunningsprocedures.

Evenmin zijn de uit richtlijn 92/43, en met name uit de artikelen 4 en 6, voortvloeiende verplichtingen, die op de lidstaten rusten zodra de bestreden beschikking de gebieden van communautair belang heeft aangewezen, rechtstreeks op deze marktdeelnemers van toepassing, aangezien zij een maatregel van de betrokken lidstaat vereisen, waarmee hij aangeeft hoe hij ze wil nakomen.

(cf. punten 45‑47, 52)