Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 4 januari 2022 door RQ tegen het arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 17 november 2021 in zaak T-147/17, Anastassopoulos e.a. / Raad en Commissie

(Zaak C-7/22 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirant: RQ (vertegenwoordigers: M. Meng-Papantoni, H. Tagaras, avocats)

Andere partijen in de procedure: Raad van de Europese Unie en Europese Commissie

Conclusies

De hogere voorziening toe te wijzen en het bestreden arrest te vernietigen;

Naar recht te beslissen over het vervolg van de procedure;

De verwerende partijen te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

In de eerste plaats betoogt rekwirant dat het Gerecht zijn verzoekschrift onjuist heeft opgevat wat de schadeveroorzakende handeling betreft.

In de tweede plaats heeft het Gerecht volgens hem blijk gegeven van verschillende onjuiste rechtsopvattingen:

Wat om te beginnen de aansprakelijkheid van de Unie voor onrechtmatige handelingen betreft, heeft het Gerecht de beginselen van de rechtsstaat en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten geschonden door te oordelen dat het handelen en nalaten van de Eurogroep in geen geval tot aansprakelijkheid van de Unie uit onrechtmatige daad kon leiden. Het Gerecht heeft ook het beginsel van gelijke behandeling geschonden door te oordelen dat de verwerving door fysieke en rechtspersonen van aandelen waarvan de koers later is gezakt, als zodanig volstond om te oordelen dat zij zich in een identieke of vergelijkbare situatie bevonden in de zin van de rechtspraak.

Voorts heeft het Gerecht blijk gegeven van onjuiste rechtsopvattingen in verband met de schuldloze aansprakelijkheid. Ten eerste heeft het Gerecht ten onrechte uitgesloten dat sprake was van die aansprakelijkheid, en ten tweede heeft het de „abnormale” aard van de schade onjuist beoordeeld.

____________