Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 21 juni 2004 ingesteld door Monique Negenman tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-255/04)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 21 juni 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Monique Negenman, wonende te Roosendaal (Nederland), vertegenwoordigd door L. Vogel, advocaat.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

-    nietig te verklaren het besluit van het TABG van 8 maart 2004 (officieel ter kennis gebracht op 11 maart 2004) houdende afwijzing van de klacht die verzoekster op 25 november 2003 had ingesteld tegen de administratieve besluiten van 23 oktober en 30 oktober 2003 waarbij de begin- en de einddatum van haar moederschapsverlof werden vastgesteld;

-    verweerster te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van 10 000 euro, onder uitdrukkelijk voorbehoud van latere vermeerdering, vermindering of precisering;

-    verweerster te verwijzen in de kosten van het geding.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster in de onderhavige zaak is van mening dat het TABG de begin- en de einddatum van haar moederschapsverlof verkeerd heeft berekend.

Ter ondersteuning van haar vorderingen stelt zij dat het TABG artikel 58 van het Statuut (zoals geformuleerd vóór 1 mei 2004) en het vertrouwensbeginsel zoals dat onder meer uitdrukking komt in artikel 35 van het Statuut, heeft geschonden door voor de vaststelling van de begin- en de einddatum van haar moederschapsverlof uit te gaan de feitelijke datum van de bevalling, ofschoon artikel 58 van het Statuut bepaalt dat het moederschapsverlof ingaat zes weken vóór de datum die als vermoedelijke dag van de bevalling is aangegeven op een door de betrokken ambtenaar overgelegd attest.

____________