Language of document : ECLI:EU:T:2008:88





Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 3 april 2008 – KONGRA‑GEL e.a. / Raad

(Zaak T‑253/04)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in kader van strijd tegen terrorisme – Bevriezing van tegoeden – Beroep tot nietigverklaring – Motivering”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Bevoegdheid van gemeenschapsrechter – Conclusies strekkende tot bevel aan instelling – Niet-ontvankelijkheid (Art. 230 EG) (cf. punt 48)

2.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Besluit tot bevriezing van tegoeden van bepaalde personen en entiteiten die worden verdacht van terroristische activiteiten (Art. 230, vierde alinea, EG en 249 EG; verordening nr. 2580/2001 van de Raad; besluit 2004/306 van de Raad) (cf. punten 76‑78)

3.                     Beroep tot nietigverklaring – Procesbelang – Beroep tegen uitgevoerde of ingetrokken handeling (Art. 233 EG) (cf. punten 82‑85)

4.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot bevriezing van tegoeden van bepaalde personen en entiteiten die worden verdacht van terroristische activiteiten – Minimumvereisten (Art. 253 EG; gemeenschappelijk standpunt 2001/931 van de Raad, art. 1, leden 4 en 6; verordening nr. 2580/2001 van de Raad) (cf. punten 95‑98)

5.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Regularisering van motiveringsgebrek tijdens gerechtelijke procedure – Ontoelaatbaarheid (Art. 253 EG) (cf. punten 99‑101)

Voorwerp

Enerzijds, gedeeltelijke nietigverklaring van besluit 2004/306/EG van de Raad van 2 april 2004 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van besluit 2003/902/EG (PB L 99, blz. 28), en van verordening (EG) nr. 2580/2001 (PB L 344, blz. 70), alsmede, anderzijds, schadevordering

Dictum

1)

Besluit 2004/306/EG van de Raad van 2 april 2004 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van besluit 2003/902/EG, wordt nietig verklaard voor zover het KONGRA-GEL betreft.

2)

De Raad wordt verwezen in zijn eigen kosten en in die van verzoekers.

3)

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland zal zijn eigen kosten dragen.