Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 3 april 2008 - KONGRA-GEL e.a. / Raad
("Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in kader van strijd tegen terrorisme - Bevriezing van tegoeden - Beroep tot nietigverklaring - Motivering")
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: KONGRA-GEL en negen andere verzoekers wier namen in bijlage bij het arrest worden vermeld (vertegenwoordigers: M. Muller, QC, E. Grieves en C. Vine, barristers, en J. G. Pierce, solicitor)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: E. Finnegan en D. Canga Fano, gemachtigden)
Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: aanvankelijk R. Caudwell, vervolgens E. Jenkinson, gemachtigden, bijgestaan door S. Lee, barrister).
Voorwerp
Enerzijds, gedeeltelijke nietigverklaring van besluit 2004/306/EG van de Raad van 2 april 2004 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van besluit 2003/902/EG (PB L 99, blz. 28), en van verordening (EG) nr. 2580/2001 (PB L 344, blz. 70), alsmede, anderzijds, schadevordering
Dictum
Besluit 2004/306/EG van de Raad van 2 april 2004 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van besluit 2003/902/EG, wordt nietig verklaard voor zover het KONGRA-GEL betreft.
De Raad wordt verwezen in zijn eigen kosten en in die van verzoekers.
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland zal zijn eigen kosten dragen.
____________1 - PB C 262 van 23.10.2004.