Language of document :

Beroep ingesteld op 15 januari 2014 – St’art e.a. / Commissie

(Zaak T-36/14)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: St’art – Fonds d’investissement dans les entreprises culturelles (Bergen, België), Stichting Cultuur – Ondernemen (Amsterdam, Nederland) en Angel Capital Innovations Ltd (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: L. Dehin en C. Brüls, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het verzoek ontvankelijk en gegrond te verklaren en bijgevolg de bestreden handelingen nietig te verklaren:

hetzij het besluit van de Europese Commissie van onbekende datum om het project „Factor SI.2.609157-2/G/ENT/CIP/11/C/N03C011” te beëindigen en bijgevolg geen subsidie meer toe te kennen aan het door verzoeksters gevormde consortium;

hetzij het bevestigende besluit van 29 november 2013;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure, daaronder begrepen de advocaten- en dossierkosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

Eerste middel: niet-nakoming van de motiveringsplicht en schending van het recht op een eerlijke behandeling, van het algemene beginsel dat overeenkomsten te goeder trouw moeten worden uitgevoerd, van de contractuele voorwaarden, voor zover de Commissie geen passende motivering heeft verstrekt en aan geen van de voorwaarden voor de beëindiging van de overeenkomst is voldaan. Verzoeksters betogen dat het feit dat de doelstellingen van het project met andere middelen zijn bereikt, waardoor het project zonder voorwerp is geworden, geen geldige reden is om de subsidieovereenkomst te beëindigen.

Tweede middel: misbruik van bevoegdheid en schending van het recht op behoorlijk bestuur, van het beginsel van hoor en wederhoor en van het algemene beginsel „patere legem quam ipse fecisti”, aangezien uit de door de Commissie verstrekte gegevens niet kan worden afgeleid of zij de opmerkingen van het consortium waarvan verzoeksters deel uitmaken, heeft onderzocht, en aan de hand van deze gegevens niet kan worden achterhaald waarom zij het niet eens is met deze opmerkingen.