Language of document :

Beroep ingesteld op 29 december 2010 - Europese Commissie / Franse Republiek

(Zaak C-625/10)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-P. Keppenne en H. Støvlbæk, gemachtigden)

Verwerende partij: Franse Republiek

Conclusies

vaststellen dat aangezien de maatregelen ter uitvoering van het eerste spoorwegpakket ontoereikend waren, de Franse Republiek de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens

artikel 6, lid 3, van en bijlage II bij richtlijn 91/440/EEG, zoals gewijzigd1 en artikel 14, lid 2, van richtlijn 2001/14/EG2;

artikel 6, leden 2 tot en met 5, van richtlijn 2001/14/EG;

artikel 11 van richtlijn 2001/14/EG;

de Franse Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Europese Commissie voert twee middelen aan ter ondersteuning van haar beroep.

In de eerste plaats verwijt zij verweerder niet alle verplichtingen te zijn nagekomen die zijn neergelegd in het eerste spoorwegpakket dat niet alleen de verplichting oplegt om de entiteiten die de spoorwegdiensten exploiteren (in Frankrijk: SNCF) te scheiden van die welke zijn belast met het beheer van de infrastructuur (in Frankrijk: RFF), maar ook de verplichting om ervoor zorg te dragen dat de zogenoemde "wezenlijke" functies van de verdeling van de spoorwegcapaciteit, de inning van de vergoedingen voor gebruik van de infrastructuur en de afgifte van vergunningen, worden vervuld door onafhankelijke organen. Desalniettemin is de SNCF belast met bepaalde wezenlijke functies op het gebied van de toebedeling van treinpaden, welke functies zij vervuld vanuit de Direction des Circulations Ferroviaires (DCF). Die gespecialiseerde dienst is niet onafhankelijk van de SNCF, noch in juridisch opzicht, noch op het gebied van organisatie en besluitvorming.

In de tweede plaats betoogt de Commissie dat de nationale regeling de vereisten van richtlijn 2001/14/EG inzake de invoering van een systeem ter verbetering van de prestaties op het vlak van de tarifering van de toegang tot de spoorweginfrastructuur, niet correct en volledig omzet. De Franse wettelijke regeling doet voorts problemen rijzen voor zover zij onvoldoende voorziet in stimuleringsmaatregelen ter vermindering van de kosten voor de levering van infrastructuur en van de hoogte van de vergoedingen voor de toegang.

____________

1 - Richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (PB L 237, blz. 25).

2 - Richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (PB L 75, blz. 29).