Hogere voorziening ingesteld op 18 januari 2024 door Dmitry Arkadievich Mazepin tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 8 november 2023 in zaak T-282/22, Mazepin / Raad

(Zaak C-35/24 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirant: Dmitry Arkadievich Mazepin (vertegenwoordigers: D. Rovetta, M. Campa, M. Moretto, V. Villante, avvocati, en T. Marembert, A. Bass, advocaten)

Andere partijen in de procedure: Raad van de Europese Unie, Republiek Letland

Conclusies

Rekwirant verzoekt het Hof:

het bestreden arrest te vernietigen;

besluit (GBVB) 2022/397 van de Raad van 9 maart 2022 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen¹ , nietig te verklaren;

uitvoeringsverordening (EU) 2022/396 van de Raad van 9 maart 2022 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen¹ , nietig te verklaren voor zover rekwirants naam bij die handelingen is geplaatst op de lijst van personen en entiteiten waarvoor de beperkende maatregelen gelden;

subsidiair, het bestreden arrest te vernietigen en de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht;

de Raad te verwijzen in de kosten die rekwirant in eerste aanleg en in de onderhavige hogere voorziening heeft gemaakt.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn hogere voorziening voert rekwirant vijf middelen aan.

Ten eerste heeft het Gerecht de omvang van zijn rechterlijke toetsing miskend, op meerdere punten blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en de feiten verdraaid.

Ten tweede heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door criterium g) aldus uit te leggen dat met de uitdrukking „die een aanzienlijke bron van inkomsten vormen voor de regering van de Russische Federatie” wordt verwezen naar de economische sectoren en niet zakenlui. Ontoereikende motivering.

Ten derde, schending en onjuiste uitlegging van artikel 2, lid 1, onder g), van besluit 2014/145/GBVB¹ van de Raad, zoals gewijzigd bij besluit (GBVB) 2022/329² van de Raad, en van artikel 3, lid 1, onder g), van verordening (EU) nr. 269/2014³ van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2022/330⁴ van de Raad. Subsidiair, een exceptie van onwettigheid en niet-toepasselijkheid op grond van artikel 277 VWEU ten aanzien van artikel 2, lid 1, onder g), van besluit 2014/145/GBVB van de Raad, zoals gewijzigd bij besluit (GBVB) 2022/329 van de Raad, en van artikel 3, lid 1, onder g), van verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2022/330 van de Raad.

Ten vierde, schending en onjuiste uitlegging van de begrippen „bron van inkomsten” en „aanzienlijke bron van inkomsten” in de zin van artikel 2, lid 1, onder g), van besluit 2014/145/GBVB van de Raad, zoals gewijzigd bij besluit (GBVB) 2022/329 van de Raad, en van artikel 3, lid 1, onder g), van verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2022/330 van de Raad. Onjuiste opvatting van de feiten en het bewijsmateriaal. Schending van wezenlijke vormvoorschriften en niet-nakoming van de motiveringsplicht uit hoofde van artikel 296 VWEU en artikel 36 van het Statuut van het Hof van Justitie wegens ontoereikende en tegenstrijdige redenen. Omkering van de bewijslast.

Ten vijfde heeft het Gerecht de algemene beginselen van het Unierecht en in het bijzonder het beginsel van gelijke behandeling en non-discriminatie geschonden en onjuist uitgelegd door te oordelen dat criterium g) niet discriminerend is.

____________

¹ PB 2022, L 80, blz. 31.

¹ PB 2022, L 80, blz. 1.

¹ Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2014, L 78, blz. 16).

¹ Besluit (GBVB) 2022/329 van de Raad van 25 februari 2022 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2022, L 50, blz. 1).

¹ Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2014, L 78, blz. 6).

¹ Verordening (EU) 2022/330 van de Raad van 25 februari 2022 tot wijziging van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2022, L 51, blz. 1).