Language of document :

Beroep ingesteld op 27 maart 2024 – PMC Vlissingen Netherlands/Commissie

(Zaak T-169/24)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: PMC Vlissingen Netherlands BV (Leiden, Nederland) (vertegenwoordigers: J.-P. Montfort, P. Chopova-Leprêtre en N. Kyriazopoulou, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

gedelegeerde verordening (EU) 2024/197 van de Commissie van 19 oktober 2023 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1272/20081 , met het oog op de aanpassing ervan aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang, nietig te verklaren, voor zover daarin een geharmoniseerde indeling en etikettering wordt toegekend aan dibutyltinoxide („DBTO”), namelijk, als reprotoxische stof, categorie 1B (de „bestreden verordening”)2 ;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

De Commissie heeft artikel 36, lid 1, onder d), artikel 37, lid 5, deel 3.7.2.3.1 van bijlage I bij verordening (EG) nr. 1272/2008 en het beginsel van behoorlijk bestuur geschonden omdat zij geen rekening heeft gehouden met „alle” beschikbare informatie over DBTO in een alomvattende bepaling van de bewijskracht, waaronder een nieuwe en beslissende studie, die beschikbaar is gekomen na de vaststelling van het advies van het Comité risicobeoordeling, maar ruim voor de vaststelling van de bestreden verordening.

De Commissie heeft artikel 36, lid 1, onder d), artikel 37, lid 5, delen 1.1.1.3 en 3.7.2.3.1 van bijlage I bij verordening (EG) nr. 1272/2008 en bijlage XI bij verordening (EG) nr. 1907/2006 („REACH”)1 geschonden en heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt aangezien zij de bestreden verordening heeft vastgesteld op basis van een „read-across”-beoordeling die noch noodzakelijk, noch gerechtvaardigd was op basis van het beschikbare bewijsmateriaal, in overeenstemming met bijlage XI bij REACH, de daarmee verband houdende richtsnoeren van het ECHA en, in het bijzonder, de uitgebreide read-across-beoordelingsstructuur van het ECHA.

De Commissie heeft artikel 36, lid 1, onder d), artikel 37, lid 5, deel 3.7.2.1.1 en tabel 3.7.1 (a) van bijlage I bij verordening (EG) nr. 1272/2008 geschonden en heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt omdat zij de bestreden verordening niet heeft gebaseerd op „duidelijk bewijs” dat DBTO de intrinsieke, specifieke eigenschap heeft een nadelig effect op de voortplanting te hebben, hetgeen de vereiste wettelijke drempel is voor de indeling in categorie 1B. De Commissie heeft ook geen rekening gehouden met de invloed van ernstige maternale toxiciteit op de bevindingen in de studies die de bestreden verordening ondersteunen.

De Commissie heeft bij de vaststelling van de bestreden verordening het procedurevoorschrift van artikel 37, lid 4, van verordening (EG) nr. 1272/2008, op grond waarvan het advies van het Comité risicobeoordeling moet worden gevraagd alvorens een geharmoniseerde indeling en etikettering vast te stellen, niet nageleefd.

____________

1 Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB 2008, L 353, blz. 1).

1 De bestreden verordening is bekendgemaakt in PB 2024, L 197.

1 Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB 2006, L 396, blz. 1).