Language of document :

Hogere voorziening, ingesteld op 29 november 2023 door Nicoventures Trading Ltd e.a. tegen de beschikking van het Gerecht (Tweede kamer) van 20 september 2023 in zaak T-706/22, Nicoventures Trading e.a./Commissie

(Zaak C-731/23 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirantes: Nicoventures Trading Ltd, British American Tobacco (Duitsland) GmbH, British American Tobacco Italia SpA (BAT Italië), British American Tobacco Polska Trading sp. z o.o., British American Tobacco España, SA, P.J. Carroll & Company Ltd (vertegenwoordigers: L. Van den Hende, M. Schonberg, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

Rekwirantes verzoeken het Hof:

de bestreden beschikking te vernietigen;

voor zover het Hof de zaak op dit punt in staat van wijzen acht, de door de Commissie opgeworpen exceptie van niet-ontvankelijkheid te verwerpen, de hogere voorziening ontvankelijk te verklaren en de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht voor een uitspraak ten gronde, en

de Commissie te verwijzen in de kosten van rekwirantes, daaronder begrepen de kosten voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Deze hogere voorziening bevat één middel, dat verband houdt met de wijze waarop het Gerecht het vereiste van individueel geraakt zijn heeft toegepast en met zijn vaststelling dat rekwirantes geen procesbevoegdheid hadden voor hun vordering tot nietigverklaring van gedelegeerde richtlijn (EU) 2022/21001 van de Commissie van 29 juni 2022 tot wijziging van richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de intrekking van bepaalde vrijstellingen met betrekking tot verhitte tabaksproducten (hierna: „bestreden maatregel”).

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de beoordeling van de door rekwirantes aangevoerde elementen ter ondersteuning van de stelling dat zij individueel geraakt zijn. In wezen ging het Gerecht uit van een verkeerde benadering door die elementen afzonderlijk en individueel te beoordelen en dus te beoordelen of elk element op zichzelf beschouwd voldoende was om vast te stellen of rekwirantes individueel geraakt waren, in plaats van ze gezamenlijk te beoordelen. Het Gerecht heeft voorts het juridische belang van de door rekwirantes aangevoerde elementen onjuist beoordeeld, aangezien elk van deze elementen in dit verband kennelijk relevant en van betekenis is.

Het Gerecht heeft het specifieke juridische criterium voor individueel geraakt zijn, te weten het antwoord op de vraag of de bestreden maatregel een wezenlijke invloed heeft op de marktpositie van rekwirantes, onjuist beoordeeld. Met name heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste opvatting met betrekking tot de toepasselijkheid en de toepassing van dit criterium.

____________

1 PB 2022, L 283, blz. 4.