Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Riigikohus (Estland) op 22 maart 2024 – A e.a. / Tallinna linn

(Zaak C-219/24, Tallinna linn)

Procestaal: Estlands

Verwijzende rechter

Riigikohus

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: A e.a.

Verwerende partij: Tallinna linn

Prejudiciële vraag

Kunnen artikel 14, lid 3, van en bijlage VII, punten 1 en 2, bij richtlijn 2000/54/EG1 van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan biologische agentia op het werk, gelezen in samenhang met overweging 8, artikel 1, lid 1, en artikel 3, punten 1 en 2, van deze richtlijn, aldus worden uitgelegd dat daarmee verenigbaar is een regeling op grond waarvan een werkgever het recht heeft om van werknemers die aan biologische agentia zijn blootgesteld en die in een arbeidsverhouding tot de werkgever staan, te verlangen dat zij zich laten vaccineren?

Verklarende vragen:

a)    Is vaccinatie een maatregel ter bescherming van de gezondheid op het werk in de zin van artikel 14, lid 3, van richtlijn 2000/54/EG, die de werkgever in een bestaande arbeidsverhouding kan gelasten zonder toestemming van de werknemer die aan biologische agentia is blootgesteld?

b)    Is het in overeenstemming met het bepaalde in artikel 1, lid 3, artikel 6, leden 1 en 2, onder a) en g), artikel 9, lid 1, onder a) en b), van richtlijn 89/391/EEG1 van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk, alsmede in artikel 3, lid 1, artikel 31, lid 1, en artikel 52, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie dat een werkgever in een bestaande arbeidsverhouding vaccinatie verplicht stelt?

____________

1 PB 2000, L 262, blz. 21.

1 PB 1989, L 183, blz. 1.