Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos Aukščiausiasis Teismas (Litouwen) op 28 juni 2021 – Lufthansa Technik AERO Alzey GmbH / Arik Air Limited ir kt.

(Zaak C-393/21)

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Lietuvos Aukščiausiasis Teismas

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Lufthansa Technik AERO Alzey GmbH

Verwerende partij: Arik Air Limited ir kt.

Prejudiciële vragen

Op welke wijze dient de term „buitengewone omstandigheden” in artikel 23, onder c), van verordening nr. 805/20041 te worden uitgelegd in het licht van de doelstellingen van verordening nr. 805/2004, waaronder de doelstelling om de tenuitvoerlegging van beslissingen van lidstaten sneller en eenvoudiger te maken en om het recht op een eerlijk proces doeltreffend te waarborgen? Welke beoordelingsbevoegdheid hebben de bevoegde instanties van de lidstaat van tenuitvoerlegging bij de uitlegging van de term „buitengewone omstandigheden”?

Dienen omstandigheden, zoals in casu aan de orde, die verband houden met een gerechtelijke procedure in de lidstaat van oorsprong waarbij uitspraak wordt gedaan over de vernietiging van de beslissing op grond waarvan een Europese executoriale titel is afgegeven, als relevant te worden beschouwd bij de totstandkoming van de beslissing over de toepassing van artikel 23, onder c), van verordening nr. 805/2004? Aan de hand van welke criteria dienen de beroepsprocedures in de lidstaat van oorsprong te worden beoordeeld en in hoeverre dienen de bevoegde instanties van de lidstaat van tenuitvoerlegging de in de lidstaat van oorsprong lopende procedure in aanmerking te nemen?

Welk onderwerp moet worden beoordeeld bij de beslissing over de toepassing van de term „buitengewone omstandigheden” in artikel 23 van verordening nr. 805/2004: moet een beoordeling worden gemaakt van de invloed van de betreffende omstandigheden van het geschil wanneer in de lidstaat van oorsprong een rechtsmiddel is ingesteld tegen de in de lidstaat van oorsprong gegeven beslissing, moeten de mogelijke voordelen of nadelen van de betreffende maatregel als bedoeld in artikel 23 van de verordening worden onderzocht, moet de economische draagkracht van de schuldenaar voor de uitvoering van de beslissing worden onderzocht of moeten andere omstandigheden worden onderzocht?

Kunnen op grond van artikel 23 van verordening nr. 805/2004 verschillende in dat artikel genoemde maatregelen gelijktijdig worden toegepast? Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, op welke criteria dienen de bevoegde instanties van de lidstaat van tenuitvoerlegging zich te baseren bij de totstandkoming van hun beslissing over de gegrondheid en evenredigheid van de toepassing van verschillende van die maatregelen?

Dient de regeling van artikel 36, lid 1, van verordening (EU) nr. 1215/20122 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken te gelden voor een in de lidstaat van oorsprong gegeven beslissing over de schorsing (of opheffing) van de uitvoerbaarheid, of geldt een regeling die vergelijkbaar is met die van artikel 44, lid 2, van die verordening?

____________

1 Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (PB 2004, L 143, blz. 15).

2 Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2012, L 351, blz. 1).