Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van 30 september 2003 in zaak T-182/02: Uni-Pharma Kléon Tsetis Pharmakeutika Ergastiria Anonimos Viomihaniki kai Emboriki Eteria (Uni-Pharma ABEE) tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)1

(Gemeenschapsmerk ( Oppositie ( Minnelijke regeling ( Afdoening zonder beslissing)

    (Procestaal: Frans)

In zaak T-182/02, Uni-Pharma Kléon Tsetis Pharmakeutika Ergastiria Anonimos Viomihaniki kai Emboriki Eteria (Uni-Pharma ABEE), gevestigd te Kato Kifissia, Attiki (Griekenland), vertegenwoordigd door M. Bra en E. Gioti-Manthou, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (gemachtigden: O. Montalto, E. Joly en O. Waelbroeck); interveniënt voor het Gerecht: BIOFARMA S.A., gevestigd te Neuilly-sur-Seine (Frankrijk), vertegenwoordigd door V. Gil Vega en A. Ruiz López, advocaten, betreffende een beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 27 februari 2002 (zaak R 725/2000-4) in een oppositieprocedure tussen Uni-Pharma Kléon Tsetis Pharmakeutika Ergastiria Anonimos Viomihaniki kai Emboriki Eteria (Uni-Pharma ABEE) en BIOFARMA S.A., heeft het Gerecht (Vierde kamer), samengesteld als volgt: V. Tiili, kamerpresident, P. Mengozzi en M. Vilaras, rechters; griffier: H. Jung, op 30 september 2003 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

1)Op het onderhavige beroep behoeft niet meer te worden beslist.

2)Verzoekster zal haar eigen kosten alsmede de kosten van het BHIM dragen.

3)Interveniënte zal haar eigen kosten dragen.

C

____________

1 - PB C 202, van 24 augustus 2002