Language of document :

Beroep ingesteld op 13 september 2010 - SLM/Commissie

(Zaak T-389/10)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Siderurgica Latina Martin SpA (SLM) (Ceprano, Italië) (vertegenwoordigers: G. Belotti, advocaat, F. Covone, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Preliminair of primair:

de beschikking van de Commissie in zaak COMP 38.344 - Voorspanstaal - C(2010) 4837 def., door de Commissie vastgesteld op 30 juni 2010, nietig verklaren

Subsidiair:

    de opgelegde boete verlagen

Middelen en voornaamste argumenten

De in de onderhavige zaak bestreden beschikking is dezelfde als in zaak T-385/10, Arcelormittal Wire France e.a./Commissie.

Ter ondersteuning van haar vorderingen voert verzoekster aan:

Voor de nietigverklaring van de beschikking: de ongebruikelijke en ongerechtvaardigde duur van de administratieve procedure, die ernstig afbreuk heeft gedaan aan de uitoefening van de rechten van verdediging van verzoekster, met name wat betreft het tijdvak van twee jaar tussen 1997 en 1999, dat tien jaar vóór de mededeling van punten van bezwaar van september 2008 ligt.

Voor de verlaging van de opgelegde boete:

Motiveringsgebrek bij de berekening van de sanctie; in die zin dat onduidelijk is op basis van welke berekening en op grond van welke omzet de Commissie verzoekster een sanctie heeft opgelegd.

Schending van de maximumgrens van 10 % van de omzet.

Motiveringsgebrek bij de toegepaste verhogingen.

Onjuiste toepassing van de richtsnoeren voor de berekening van geldboeten van 2006, alsook die van 1998, die niet alleen ten tijde van de vastgestelde feiten van toepassing waren, maar ook tijdens de eerste vier jaren van de procedure.

Onjuiste beoordeling van de duur van de deelname van verzoekster aan het kartel, die niet op een objectief onderzoek berust.

Verzuim om verzachtende omstandigheden in aanmerking te nemen, zoals de bewezen ondergeschikte rol van verzoekster bij de vastgestelde feiten, haar beperkt marktaandeel en het feit dat het kartel niet gewerkt heeft.

Het intreden van de verjaring, daar er in de vijf jaar na de onaangekondigde inspectie geen passende maatregel is getroffen om de verjaring te stuiten.

____________