Language of document :

Arrest van het Gerecht van 31 januari 2024 – Verenigd Koninkrijk / Commissie

(Zaak T-56/22)1

(„ELGF en Elfpo – Van financiering uitgesloten uitgaven – Procedure voor conformiteitsgoedkeuring – Beroep tot nietigverklaring – Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie en uit Euratom – Vertegenwoordiging door een advocaat die bevoegd is om op te treden voor een rechterlijke instantie van een lidstaat of van een andere staat die partij is bij de EER-Overeenkomst – Procesbevoegdheid – Ontvankelijkheid – Actieve landbouwer – Begrip ‚groep natuurlijke of rechtspersonen’”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: S. Fuller, gemachtigde, bijgestaan door T. Buley, KC)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: H. Krämer, J. Aquilina en A. Becker, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verzoekende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, J. Vláčil, O. Serdula en J. Očková, gemachtigden)

Voorwerp

Met zijn beroep krachtens artikel 263 VWEU vordert het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland nietigverklaring van het uitvoeringsbesluit (EU) van 2021/2020 van de Commissie van 17 november 2021 tot onttrekking aan financiering door de Europese Unie van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB 2021, L 413, blz. 10), voor zover dit besluit betrekking heeft op de uitgaven, ter hoogte van een bedrag van 2 686 358,72 EUR, die het in 2017 heeft gedaan.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt verwezen in de kosten.

____________

1     PB C 158 van 11.4.2022.