Language of document :

Beroep ingesteld op 22 april 2024 – Apple en Apple Distribution International / Commissie

(Zaak T-214/24)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Apple Inc. (Cupertino, Californië, Verenigde Staten), Apple Distribution International Ltd (Cork, Ierland) (vertegenwoordigers: D. Beard, S. Love en J. Bourke, Barristers-at-Law, en W. Knibbeler, T. van Helfteren en M. Lawton, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het besluit van de Europese Commissie van 12 februari 2024, waarvan kennisgeving aan Apple is geschied op 13 februari 2024 onder nummer C(2024)785 final, zaak DMA.100022, en waarbij het krachtens besluit C(2023)6077 geopende marktonderzoek overeenkomstig artikel 17 van verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad1 is gesloten, nietig te verklaren, voor zover dit ten onrechte is gebaseerd op een constatering dat iMessage een nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst is in de zin van verordening (EU) 2022/1925 en richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad2 ; en

de Europese Commissie overeenkomstig artikel 134 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht te verwijzen in de kosten van verzoekster, met inbegrip van de kosten van de interveniërende partijen.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van hun beroep voeren verzoeksters een enkel middel aan waarmee zij stellen dat verordening (EU) 2022/1925 en richtlijn (EU) 2018/1972 onjuist zijn uitgelegd en toegepast en onjuiste feiten ten grondslag zijn gelegd aan de slotsom dat iMessage een nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst is.

____________

1 Verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PB 2022, L 265, blz. 1).

1 Richtlijn (EU) nr. 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PB 2018, L 321, blz. 36).