Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sofiyski rayonen sad (Bulgarije) op 29 april 2024 – CL / Prokuratura na Republika Balgaria

(Zaak C-312/24, Darashev1 )

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Sofiyski rayonen sad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: CL

Verwerende partij: Prokuratura na Republika Balgaria

Prejudiciële vragen

Moet artikel 2, [lid] 1, AVG aldus worden uitgelegd dat de gegevensverwerking activiteiten van een en dezelfde organisatiestructuur omvat waarin sommige van haar directoraten de taken van een werkgever uitvoeren, terwijl een enkel ander directoraat als onderzoeksautoriteit in strafprocedures tegen personeelsleden van de andere directoraten optreedt? Indien deze vraag bevestigend moet worden beantwoord:

1.    Moet het begrip „verwerking” in artikel 4, punt 2, AVG aldus worden uitgelegd dat het een activiteit omvat in het kader waarvan informatie die de werkgever in zijn hoedanigheid van onderzoeksautoriteit via een van zijn directoraten met betrekking tot datzelfde personeelslid heeft verkregen, in het persoonsdossier van een personeelslid wordt opgenomen?

2.    Moet het begrip „bestand” in artikel 4, punt 6, AVG aldus worden uitgelegd dat het een persoonsdossier omvat van een personeelslid dat voor een directoraat van de werkgever werkt of van een werknemer die voor een directoraat van de werkgever werkt, indien de informatie is verzameld door een ander directoraat van de werkgever dat de functie van een onderzoeksautoriteit heeft?

3.    Moet artikel 9, lid 2, onder b), AVG aldus worden uitgelegd dat een organisatorische eenheid van een werkgever gegevens mag verzamelen en opslaan met betrekking tot het feit dat het personeelslid een verdachte, beschuldigde of aangeklaagde in een strafprocedure was, indien die informatie is verzameld door een andere organisatorische eenheid van de werkgever die functie van een onderzoeksautoriteit heeft?

4.     Moet het „recht op vergetelheid” in de zin van artikel 17, lid 1, onder a), AVG aldus worden uitgelegd dat een werkgever alle gegevens uit het persoonsdossier van het personeelslid moet wissen die hij via een van zijn andere directoraten, dat de functie van een autoriteit voor het onderzoek ten opzichte van zijn personeelsleden vervult, heeft verzameld en opgeslagen met betrekking tot het feit dat het personeelslid:

4.1.    in [een] lopende strafprocedure van een strafbaar feit is verdacht of beschuldigd dan wel wegens een strafbaar feit is aangeklaagd;

4.2.    van een strafbaar feit is verdacht of beschuldigd dan wel wegens een strafbaar feit is aangeklaagd waarbij deze strafprocedure is opgeschort of beëindigd?

5.     Moeten „onrechtmatig verwerkte” persoonsgegevens in de zin van artikel 17, lid 1, onder d), AVG aldus worden uitgelegd dat zij gegevens omvatten die door de werkgever via een van zijn andere organisatorische eenheden zijn verkregen, verzameld en opgeslagen die onderzoekstaken in strafprocedures tegen personeelsleden van andere organisatorische eenheden van de werkgever verricht, indien die gegevens in het persoonsdossier zijn opgeslagen en betrekking hebben op het feit dat het personeelslid van een strafbaar feit is verdacht of beschuldigd dan wel wegens een strafbaar feit is aangeklaagd, dus dat het personeelslid:

5.1.    in [een] lopende strafprocedure van een strafbaar feit is verdacht of beschuldigd dan wel wegens een strafbaar feit is aangeklaagd;

5.2.    van een strafbaar feit is verdacht of beschuldigd dan wel wegens een strafbaar feit is aangeklaagd waarbij deze strafprocedure is opgeschort of beëindigd?

6.     Moeten „persoonsgegevens” in de zin van artikel 3, punt 1, van richtlijn (EU) 2016/6801 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad juncto artikel 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat het gaat om gegevens die door de werkgever via een van zijn organisatorische eenheden zijn verkregen, verzameld en opgeslagen, die de taken van een onderzoeksautoriteit in een strafprocedure tegen een personeelslid vervult dat voor een andere organisatorische eenheid van de werkgever werkt?

7.     Moet „verwerking” in de zin van artikel 3, punt 2, van richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad juncto artikel 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat het begrip de activiteit van het opslaan van gegevens in het persoonsdossier van het personeelslid door de werkgever omvat die door de werkgever via een van zijn organisatorische eenheden zijn verkregen, verzameld en opgeslagen, die de taken van een onderzoeksautoriteit in een strafprocedure tegen een personeelslid vervult dat voor een andere organisatorische eenheid van de werkgever werkt?

8.    Moet artikel 9, lid 1, van richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad juncto artikel 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat het de werkgever toestaat om informatie over een personeelslid te verzamelen en op te slaan dat verdacht, beschuldigd of aangeklaagd is, indien de werkgever die informatie via een van zijn andere organisatorische eenheden heeft verzameld, die de functie van een onderzoeksautoriteit in de strafprocedure tegen dat personeelslid vervult?

9.    Moet artikel 16, lid 2, van richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad juncto artikel 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat de werkgever alle gegevens uit het persoonsdossier van het personeelslid moet wissen die de werkgever via een van zijn andere organisatorische eenheden heeft verzameld en opgeslagen die de functie van een onderzoeksautoriteit in de strafprocedure tegen dat personeelslid vervult, en die betrekking hebben op het feit dat het personeelslid:

9.1.    in [een] lopende strafprocedure van een strafbaar feit is verdacht of beschuldigd dan wel wegens een strafbaar feit is aangeklaagd;

9.2.    van een strafbaar feit is verdacht of beschuldigd dan wel wegens een strafbaar feit is aangeklaagd waarbij deze strafprocedure is opgeschort of beëindigd?

10.    Moet artikel 1 van richtlijn 2000/78/EG1 van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep aldus worden uitgelegd dat het een werkgever wiens organisatorische eenheid onderzoeksmaatregelen tegen een personeelslid van een andere organisatorische eenheid uitvoert, niet toestaat om de promotie van een personeelslid enkel en alleen te weigeren omdat het personeelslid:

10.1.    in [een] lopende strafprocedure van een strafbaar feit is verdacht of beschuldigd dan wel wegens een strafbaar feit is aangeklaagd;

10.2.    van een strafbaar feit is verdacht of beschuldigd dan wel wegens een strafbaar feit is aangeklaagd waarbij deze strafprocedure is opgeschort of beëindigd?

____________

1 Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.

1 PB 2016, L 119, blz. 89.

1 PB L 303, L 2000, blz. 16.