Language of document :

Beroep ingesteld op 16 december 2022 – PB / GAR

(Zaak T-789/22)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: PB (vertegenwoordiger: N. de Montigny, advocaat)

Verwerende partij: Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

Conclusies

het besluit van 15 februari 2022 nietig verklaren;

voor zover nodig, het besluit van 6 september 2022 tot afwijzing van verzoekers klacht nietig verklaren;

de verwerende partij veroordelen tot betaling aan verzoeker van een vergoeding van 50 000 EUR voor de schade die hij heeft geleden door de schending van zijn recht om te worden gehoord en van zijn rechten van verdediging;

de verwerende partij verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker voert drie middelen aan tot staving van zijn beroep tegen het besluit van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) om zijn verzoek om bijstand af te wijzen.

Eerste middel: schending van verzoekers rechten van verdediging en procedurefouten. In het kader van het eerste middel stelt verzoeker dat het transparantiebeginsel is geschonden, dat niet kan worden aangenomen dat het tot het aangaan van aanstellingsovereenkomsten bevoegd gezag (hierna: „TAABG”) onafhankelijk is en dat toegang tot essentiële informatie en onderdelen van het dossier is geweigerd. In het kader van het tweede middel voert verzoeker aan dat het beginsel van vertrouwelijkheid is geschonden bij de behandeling van zijn verzoek om bijstand, dat de procedurele waarborgen niet in acht zijn genomen, dat er geen eerlijke en objectieve procedure is gevolgd en, ten slotte, dat de artikelen 4.2 en 4.3 van de algemene uitvoeringsbepalingen inzake preventie van pesten zijn geschonden. In het kader van het derde middel klaagt verzoeker over het gebrek aan objectieve en subjectieve onpartijdigheid en over het bestaan van belangenconflicten die het onderzoek van zijn verzoek om bijstand hebben beïnvloed. In het kader van het vierde middel hekelt verzoeker de schending van het recht om op doeltreffende wijze door het TAABG te worden gehoord.

Tweede middel: schending van artikel 24 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (hierna: „Statuut”), niet-nakoming van de bijstands- en zorgplicht en onbehoorlijk bestuur.

Derde middel: kennelijke beoordelingsfouten en schending van artikel 12 bis van het Statuut.

____________