Language of document :

Beroep ingesteld op 9 februari 2024 – Pollinis France / Commissie

(Zaak T-75/24)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Pollinis France (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordiger: A. Bailleux, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het besluit van de Commissie van 1 december 2023 nietig te verklaren, waarin zij het krachtens artikel 10 van verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad1 door verzoekster ingediende verzoek tot interne herziening van uitvoeringsverordening (EU) 2023/9182 heeft afgewezen (hierna: „bestreden besluit”), voor zover bij die uitvoeringsverordening de goedkeuringsperiode voor de werkzame stof boscalid is verlengd;

de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

Eerste middel: het bestreden besluit schendt artikel 17 van verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad1 , gelezen in samenhang met het voorzorgsbeginsel, artikel 168, lid 1, VWEU, artikel 191, lid 2, VWEU en de artikelen 35 en 37 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”).

Artikel 17 van verordening nr. 1107/2009 kan niet aldus worden uitgelegd dat het de Commissie verplicht om een goedkeuring voor onbepaalde tijd te verlengen zonder rekening te houden met het aantal en de duur van eerder verleende verlengingen en ongeacht welke risico’s een dergelijke verlenging kan inhouden voor de menselijke gezondheid of het milieu.

Met name in het geval van boscalid kon de Commissie haar goedkeuring niet met zo veel jaar verlengen, aangezien de verlengingsaanvraag bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid een groot aantal vragen opriep en talrijke studies ernstige twijfels doen rijzen over de veiligheid van boscalid voor zowel de menselijke gezondheid als het milieu.

Tweede middel: subsidiair, artikel 17 van verordening nr. 1107/2009 moet krachtens artikel 277 VWEU niet-toepasselijk worden verklaard omdat het in strijd is met het voorzorgsbeginsel, de artikelen 168 en 191 VWEU en de artikelen 35 en 37 van het Handvest.

Indien het Gerecht van oordeel is dat het bestreden besluit (en uitvoeringsverordening 2023/918) op een correcte lezing van artikel 17 van verordening nr. 1107/2009 is gebaseerd, moet deze wettelijke bepaling overeenkomstig artikel 277 VWEU voor de onderhavige procedure buiten toepassing worden gelaten, omdat zij in strijd is met het voorzorgsbeginsel, de artikelen 168 en 191 VWEU en de artikelen 35 en 37 van het Handvest. Bijgevolg mag artikel 17 van verordening nr. 1107/2009 niet worden toegepast en kan het niet dienen als een passende rechtsgrondslag voor het bestreden besluit, dat derhalve nietig moet worden verklaard.

Derde middel: meer subsidiair, de Commissie heeft ten onrechte geoordeeld dat was voldaan aan de uitdrukkelijke voorwaarden van artikel 17 van verordening nr. 1107/2009.

De Commissie heeft ten onrechte geoordeeld dat was voldaan aan de uitdrukkelijk in artikel 17 van verordening nr. 1107/2009 gestelde voorwaarden voor verlenging:

de Commissie heeft ten onrechte geoordeeld dat de vertraging in de verlengingsprocedure niet aan de aanvrager van de verlenging kon worden toegerekend zonder enig onderzoek te doen naar de rol van de aanvrager in die vertraging;

de Commissie heeft ten onrechte geoordeeld dat de verlenging van de goedkeuringsperiode voor boscalid met een extra periode van 2 jaar en 8,5 maand noodzakelijk was voor het onderzoek van de aanvraag tot verlenging.

____________

1 Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (PB 2006, L 264, blz. 13).

1 Uitvoeringsverordening (EU) 2023/918 van de Commissie van 4 mei 2023 tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur van de goedkeuring voor de werkzame stoffen aclonifen, ametoctradin, beflubutamide, benthiavalicarb, boscalid, captan, clethodim, cycloxydim, cyflumetofen, dazomet, diclofop, dimethomorf, ethefon, fenazaquin, fluopicolide, fluoxastrobin, flurochloridone, folpet, formetanaat, Helicoverpa armigera kernpolyedervirus, hymexazol, indolylboterzuur, mandipropamid, metalaxyl, metaldehyde, metam, metazachloor, metribuzin, milbemectin, paclobutrazool, penoxsulam, fenmedifam, pirimifos-methyl, propamocarb, proquinazid, prothioconazool, S-metolachloor, Spodoptera littoralis kernpolyedervirus, Trichoderma asperellum (stam T34) en Trichoderma atroviride stam I-1237 (PB 2023, L 119, blz. 160).

1 Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB 2009, L 309, blz. 1).