Language of document :

Beroep ingesteld op 16 december 2008 - Total / Commissie

(Zaak T-548/08)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Total SA (Courbevoie, Frankrijk) (vertegenwoordigers: E. Morgan de Rivery en A. Noël-Baron, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

primair, krachtens artikel 230 EG beschikking C (2008) 5476 def. van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 oktober 2008 nietig verklaren voor zover deze beschikking TOTAL SA betreft;

subsidiair, krachtens artikel 230 EG de geldboete van 128 163 000 EUR die TOTAL FRANCE en TOTAL SA bij artikel 2 van beschikking C (2008) 5476 def. van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 oktober 2008 gezamenlijk en hoofdelijk is opgelegd, nietig verklaren;

nog meer subsidiair, krachtens artikel 229 EG de geldboete van 128 163 000 EUR die TOTAL FRANCE en TOTAL SA bij artikel 2 van beschikking C (2008) 5476 def. van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 oktober 2008 gezamenlijk en hoofdelijk is opgelegd, verminderen;

nog meer subsidiair, krachtens artikel 229 EG de geldboete van 128 163 000 EUR die TOTAL FRANCE en TOTAL SA bij artikel 2 van beschikking C (2008) 5476 def. van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 oktober 2008 gezamenlijk en hoofdelijk is opgelegd, verminderen;

de Commissie van de Europese Gemeenschappen hoe dan ook verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vordert verzoekster gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C (2008) 5476 def. van de Commissie van 1 oktober 2008 in zaak COMP/39.181 - Kaarswas, waarbij de Commissie heeft vastgesteld dat een aantal ondernemingen, waaronder verzoekster, inbreuk hebben gemaakt op artikel 81, lid 1, EG en artikel 53, lid 1, van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER), door prijzen af te spreken en de markten voor paraffinewas in de Europese Economische Ruimte (EER) en voor slack wax in Duitsland te verdelen.

Ter onderbouwing van haar beroep voert verzoekster negen middelen aan, ontleend aan of strekkende tot:

schending van de rechten van de verdediging en van het vermoeden van onschuld van verzoekster, op grond dat de bestreden beschikking de personele werkingssfeer van deze rechten schendt, alsook wegens procedurele onregelmatigheden tijdens de onderzoeksfase en een kringredenering in de beschikking zelf;

tegenstrijdige motivering betreffende i) de noodzaak om te verifiëren of de moedervennootschap daadwerkelijk een beslissende invloed op haar dochteronderneming heeft uitgeoefend, en ii) de omvang van de controle die een moedervennootschap op haar dochteronderneming moet uitoefenen teneinde de moedervennootschap aansprakelijk te kunnen stellen voor de inbreuk;

schending van de regels betreffende de toerekenbaarheid van inbreuken op artikel 81 EG kunnen groepen van vennootschappen, aangezien i) in de bestreden beschikking ten onrechte wordt verklaard dat de Commissie er niet toe is gehouden, elementen aan te dragen die dit vermoeden bevestigen, en ii) de bestreden beschikking in strijd is met het aan het nationale vennootschapsrecht van de lidstaten ten grondslag liggende beginsel van de juridische en economische autonomie van elke dochteronderneming;

kennelijk onjuiste beoordeling, aangezien i) de benoeming van de leden van de raad van bestuur van TOTAL FRANCE door TOTAL SA het vermoeden van beslissende invloed niet versterkt, en ii) het vermoeden van beslissende invloed door de door TOTAL SA overgelegde indicaties, in hun geheel beschouwd, onbetwistbaar wordt weerlegd;

schending van het beginsel van aansprakelijkheid voor eigen handelen en van het beginsel van het persoonlijke karakter van straffen, alsook van het gelijkheidsbeginsel, omdat de Commissie ervan is uitgegaan dat TOTAL SA en TOTAL FRANCE één economische entiteit vormden;

schending van de beginselen van rechtszekerheid en behoorlijk bestuur, aangezien i) de toerekening aan TOTAL SA van de door haar dochteronderneming TOTAL FRANCE gepleegde inbreuk is gebaseerd op een nieuw criterium, en ii) de Commissie de situatie niet zoals zij had aangekondigd per geval heeft beoordeeld;

misbruik van bevoegdheid, aangezien verordening nr. 1/2003 ertoe strekt een onderneming wegens een inbreuk op de mededingingsregels te bestraffen, en niet om de straf van deze onderneming zo groot mogelijk te maken door de moedervennootschap erbij te betrekken;

schending van het evenredigheidsbeginsel, aangezien het uiteindelijke bedrag van de geldboete die aan verzoekster en aan haar dochteronderneming is opgelegd, volkomen losstaat van de waarde van de producten in verband met de beweerde inbreuk waarop de beschikking betrekking heeft;

vermindering van de geldboete, op grond dat de aangeklaagde praktijken minder zwaar zijn en minder lang hebben geduurd dan de Commissie stelt, en de rechten van de verdediging van verzoekster duidelijk zijn geschonden.

____________