Beschikking van het Gerecht (Zevende kamer) van 11 november 2021 –
ZU/EDEO

(Zaak T‑689/19)

„Beroep tot nietigverklaring en tot schadevergoeding – Openbare dienst – Ambtenaren – Personeel van de Commissie in dienst bij EDEO – Verzoek tot terugbetaling van kosten van dienstreizen – Verzoek tot bijstand – Afwijzing – Bevoegdheid van degene die de handeling heeft vastgesteld – Delegatie van bevoegdheden – Precontentieuze procedure – Aanduiding van de verwerende partij – Gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid – Beginsel van goed financieel beheer – Misbruik van bevoegdheid – Beroep deels kennelijk rechtens ongegrond”

1.      Gerechtelijke procedure – Niet-ontvankelijksheidsmiddelen van openbare orde – Onderzoek ambtshalve door de rechter – Beslissing bij met redenen omklede beschikking

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 126 en 129)

(zie punten 21, 22)

2.      Beroepen van ambtenaren – Beroep gericht tegen het besluit tot afwijzing van de klacht – Gevolg – Beroep tegen de bestreden handeling – Uitzondering – Besluit zonder bevestigend karakter

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

(zie punten 28, 29, 47)

3.      Ambtenaren – Tot aanstelling bevoegd gezag – Bevoegdheden – Ambtenaar van de Commissie die in die hoedanigheid is tewerkgesteld bij de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) – Indiening van verzoeken om terugbetaling van kosten en bijstand door de betrokkene – Verdeling van bevoegdheden tussen het tot aanstelling bevoegd gezag van de Commissie en dat van EDEO

[Ambtenarenstatuut, art. 1 ter, a), 2, lid 1, en 24; besluit 2010/427 van de Raad, art. 6, lid 5]

(zie punten 31‑44)

4.      Beroepen van ambtenaren – Voorafgaande administratieve klacht – Onbevoegdheid van degene die de bestreden handeling heeft vastgesteld – Middel van openbare orde

(Ambtenarenstatuut, art. 90)

(zie punt 45)

5.      Beroepen van ambtenaren – Verzoek tot vergoeding van de schade veroorzaakt door een gedraging die geen besluit vormt – Ontbreken van een precontentieuze procedure conform het Statuut – Niet-ontvankelijkheid

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

(zie punten 108‑110)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 270 VWEU, ten eerste tot nietigverklaring van het besluit van EDEO van 30 november 2018 tot afwijzing van verzoekers verzoek tot terugbetaling van kosten van dienstreizen en zijn verzoek tot bijstand als bedoeld in artikel 24 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, en, zo nodig, van het besluit van de Europese Commissie van 28 juni 2019 tot afwijzing van zijn klacht tegen bovengenoemd besluit van EDEO, en ten tweede tot vergoeding van de schade die hij zou hebben geleden

Dictum

1) Het beroep wordt verworpen.

2) ZU wordt verwezen in de kosten.