Language of document :

Beroep ingesteld op 26 april 2024 – Smart Kid/Commissie

(Zaak T-227/24)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Smart Kid S.A. (Warschau, Polen) (vertegenwoordiger: Z. Kiedacz, radca prawny)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

besluit C(2024) 1118 final van de Europese Commissie van 15 februari 2024 in de zaak die door de Europese Commissie is onderzocht onder nummer EASE 2023/2923 en waarbij het verzoek van Smart Kid van 17 mei 2023 om toegang tot openbare documenten gedeeltelijk is geweigerd, nietig te verklaren;

verwijzing van de Europese Commissie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

1.     Eerste middel: schending door de Europese Commissie van artikel 15, lid 3, VWEU, gelezen in samenhang met de artikelen 1 en 2, en artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad1 .

Verzoekster voert aan dat artikel 15, lid 3, VWEU, gelezen in samenhang met de artikelen 1 en 2 van verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, voorziet in een algemeen recht van toegang tot de documenten van de organen van de Unie voor iedere rechtspersoon die zijn statutaire zetel in een lidstaat heeft, overeenkomstig de in verordening nr. 1049/2001 vastgestelde algemene beginselen en beperkingen die op de uitoefening daarvan van toepassing zijn. De Europese Commissie schendt dat recht door de uitzondering van artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening nr. 1049/2001 ten onrechte en op onjuiste wijze toe te passen, dat wil zeggen door zich ten onrechte te beroepen op de commerciële belangen van de auteurs van de documenten.

2.    Tweede middel: niet-nakoming door de Commissie van de motiveringsplicht van artikel 296, tweede alinea, VWEU.

Verzoekster betoogt dat voor de door de instellingen van de Unie vastgestelde rechtshandelingen een motiveringsplicht geldt, zoals blijkt uit artikel 296, tweede alinea, VWEU. De motivering moet passen bij de aard van de betrokken handeling en de redenering van de instelling die de handeling heeft vastgesteld, op begrijpelijke wijze en ondubbelzinnig weergeven. De wijze waarop het bestreden besluit is gemotiveerd, maakt het voor verzoekster veel moeilijker om de gegrondheid van het optreden van de Europese Commissie te onderzoeken.

____________

1 Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).