Language of document : ECLI:EU:T:2010:172





Beschikking van de president van het Gerecht van 30 april 2010 – Inuit Tapiriit Kanatami e.a./Parlement en Raad

(Zaak T‑18/10 R)

„Kort geding – Verordening (EG) nr. 1007/2009 – Handel in zeehondenproducten – Invoer‑ en verkoopverbod – Uitzondering voor Eskimogemeenschappen – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Ontvankelijkheid – Fumus boni juris – Geen spoedeisendheid”

1.                     Procedure – Overlegging van adviezen van juridische diensten van gemeenschapsinstellingen aan Gerecht – Voorwaarden (Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2) (cf. punten 19‑21)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Volgorde van onderzoek en wijze van toetsing – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 24‑26)

3.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Ontvankelijkheid prima facie van beroep in hoofdzaak – Summier onderzoek van beroep in hoofdzaak door kortgedingrechter (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 1) (cf. punten 37‑41)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Beroep tot nietigverklaring van verordening betreffende handel in zeehondenproducten – Middel tot betwisting van geldigheid van rechtsgrondslag ervan – Middel dat prima facie niet ongegrond is (Art. 278 VWEU; verordening nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad) (cf. punten 74‑95)

5.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Ontstaan van schade afhankelijk van toekomstige en onzekere gebeurtenissen – Financiële schade die later financieel kan worden vergoed – Geen spoedeisendheid (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; verordening nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad) (cf. punten 105‑107)

6.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Onmogelijkheid voor Eskimogemeenschap om haar economische activiteiten voort te zetten wegens bij verordening nr. 1007/2009 opgelegd verbod van handel in zeehondenproducten (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; verordening nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad) (cf. punten 108‑115)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de handel in zeehondenproducten (PB L 286, blz. 36)

Dictum

1)

Het advies van de juridische dienst van de Raad van de Europese Unie van 18 februari 2009 inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handel in zeehondenproducten, ingediend door de Commissie van de Europese Gemeenschappen [COM(2008) 469 def. van 23 juli 2008], dat in bijlage A 4 bij het verzoek in kort geding is opgenomen, en het uittreksel uit dat advies dat in punt 16 van ditzelfde verzoek is vervat, worden uit het dossier van zaak T‑18/10 R verwijderd.

2)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

3)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.