Language of document :

Beroep ingesteld op 22 december 2022 – TO / EUAA

(Zaak T-831/22)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: TO (vertegenwoordiger: É. Boigelot, advocaat)

Verwerende partij: Asielagentschap van de Europese Unie (EUAA)

Conclusies

het beroep ontvankelijk en gegrond verklaren, en derhalve;

het besluit van [vertrouwelijk]1 van [vertrouwelijk] met referentie [vertrouwelijk], om verzoeksters overeenkomst te beëindigen, welk besluit op dezelfde dag in werking is getreden en haar ter kennis is gebracht op [vertrouwelijk], nietig verklaren;

verweerder veroordelen tot betaling van een voorlopig bedrag van 45 000 EUR, onder voorbehoud van wijziging in de loop van het geding, ter vergoeding van materiële en immateriële schade;

verweerder verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan.

Eerste middel: schending van artikel 1 quinquies, artikel 1 sexies, lid 2, de artikelen 12 en 12 bis, artikel 17, lid 1, artikel 22 bis en artikel 25, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, die overeenkomstig de artikelen 10 en 11 van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie van overeenkomstige toepassing zijn op arbeidscontractanten, schending van artikel 8, artikel 31, lid 1, en artikel 41, lid 1 en lid 2, onder a), van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en schending van artikel 10 van verordening (EU, Euratom) nr. 883/20131 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad.

Tweede middel: schending van de fundamentele en algemene beginselen van het Unierecht, waaronder met name het beginsel van daadwerkelijke uitoefening van de rechten van de verdediging, het non-discriminatiebeginsel, het beginsel van vertrouwelijkheid, het evenredigheidsbeginsel en het beginsel van behoorlijk bestuur.

Derde middel: schending van het beginsel dat het bestuur alleen een besluit mag vaststellen op basis van wettelijk toelaatbare gronden, dat wil zeggen relevante gronden die geen blijk geven van een kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten of het recht, noch van overschrijding of misbruik van bevoegdheid.

Vierde middel: niet-nakoming van de zorgplicht en aantasting van verzoeksters waardigheid en reputatie.

Vijfde middel: schending van met name de artikelen 4, 5 en 14, artikel 16, lid 2, onder b) en e), artikel 16, lid 3, artikel 17, lid 1, onder e) en g), en de artikelen 18 en 19 van verordening (EU) 2018/17251 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 45/2001 en besluit nr. 1247/2002/EG.

____________

1 Vertrouwelijke gegevens weggelaten.

1 PB 2013, L 248, blz. 1.

1 PB 2018, L 295, blz. 39.