Language of document : ECLI:EU:T:2019:504


 


 



Arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 11 juli 2019 – Pshonka/Raad

(Zaak T289/18)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne – Bevriezing van tegoeden – Lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren – Handhaving van verzoekers naam op de lijst – Verplichting van de Raad om na te gaan of de beslissing van een autoriteit van een derde land is genomen met inachtneming van de rechten van de verdediging en het recht op effectieve rechterlijke bescherming”

1.      Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen gelet op de situatie in Oekraïne – Bevriezing van tegoeden van personen die betrokken zijn bij het verduisteren van overheidsmiddelen en van de met hen geassocieerde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen – Omvang van het toezicht

[Art. 275, tweede alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluit (GBVB) 2018/333 van de Raad; verordening 2018/326 van de Raad]

(zie punten 41, 42)

2.      Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen gelet op de situatie in Oekraïne – Besluit tot bevriezing van tegoeden – Vaststelling of handhaving op basis van een door de autoriteiten van een derde land gevoerde gerechtelijke procedure inzake het verduisteren van overheidsmiddelen – Toelaatbaarheid – Voorwaarde – Nationale beslissing die met inachtneming van de rechten van de verdediging en het recht op effectieve rechterlijke bescherming is genomen – Verificatieplicht van de Raad – Motiveringsplicht – Omvang – Derde land dat is toegetreden tot het Europees Verdrag voor de rechten van de mens – Geen invloed

[Art. 6, lid 3, VEU; besluit (GBVB) 2018/333 van de Raad; verordening 2018/326 van de Raad]

(zie punten 4448)

3.      Gerechtelijke procedure – Aanvoeren van nieuwe middelen in de loop van het geding – Voorwaarden – Middel gebaseerd op gegevens waarvan in de loop van de behandeling is gebleken – Nieuw gegeven rechtens– Rechtspraak met verduidelijkingen die de verzoeker niet kende ten tijde van de instelling van zijn beroep – Daaronder begrepen

(Art. 263 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 127, lid 1; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 84)

(zie punten 6768)

4.      Recht van de Europese Unie – Beginselen – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Inachtneming van een redelijke termijn – Beperkende maatregelen gelet op de situatie in Oekraïne – Gerechtelijke procedure in een derde land, die de basis vormt van het besluit tot vaststelling van de beperkende maatregelen – Verificatieplicht van de Raad – Omvang

[Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluit (GBVB) 2018/333 van de Raad; verordening 2018/326 van de Raad]

(zie punten 8183)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit (GBVB) 2018/333 van de Raad van 5 maart 2018 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2018, L 63, blz. 48), en van uitvoeringsverordening (EU) 2018/326 van de Raad van 5 maart 2018 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2018, L 63, blz. 5), voor zover verzoekers naam is gehandhaafd op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarop die beperkende maatregelen van toepassing zijn

Dictum

1)

Besluit (GBVB) 2018/333 van de Raad van 5 maart 2018 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, en uitvoeringsverordening (EU) 2018/326 van de Raad van 5 maart 2018 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, worden nietig verklaard voor zover de naam van Artem Viktorovych Pshonka is gehandhaafd op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarop die beperkende maatregelen van toepassing zijn.

2)

De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in de kosten.