Language of document :

Arrest van het Gerecht van 29 september 2010 - Al-Faqih e.a./Raad

(Zaken T-135/06 tot en met T-138/06)1

("Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Terrorismebestrijding - Maatregelen tegen personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, Al-Qa'ida-netwerk en Taliban - Bevriezing van tegoeden - Grondrechten - Recht op eerbiediging van eigendom, recht om te worden gehoord en recht op effectieve rechterlijke controle")

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Al-Bashir Mohammed Al-Faqih (Birmingham, Verenigd Koninkrijk); Sanabel Relief Agency Ltd (Birmingham); Ghunia Abdrabbah (Birmingham); en Taher Nasuf (Manchester, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: aanvankelijk N. Garcia-Lora, solicitor, en S. Cox, barrister, vervolgens N. Garcia-Lora en E. Grieves, barrister)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en E. Finnegan, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk P. J. Kuijper, vervolgens C. O'Reilly en J. Aquilina, vervolgens E. Paasivirta en P. Aalto, en ten slotte E. Paasivirta en M. Konstantinidis, gemachtigden); en Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: C. Gibbs, Z. Bryanston-Cross en S. Ossowski, gemachtigden, bijgestaan door A. Dashwood, barrister)

Voorwerp

Nietigverklaring van artikel 2 van verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaïda-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (PB L 139, blz. 9), zoals voor de 63e keer gewijzigd bij verordening (EG) nr. 246/2006 van de Commissie van 10 februari 2006 (PB L 40, blz. 13), waarbij verzoekers namen in bijlage I bij verordening (EG) nr. 881/2002 zijn opgenomen

Dictum

De zaken T-135/06 tot en met T-138/06 worden gevoegd voor het arrest.

Artikel 2 van verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaïda-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan, zoals voor de 63e keer gewijzigd bij verordening (EG) nr. 246/2006 van de Commissie van 10 februari 2006, wordt nietigverklaard voor zover het betrekking heeft op de verzoekers Al-Bashir Mohammed Al-Faqih, Taher Nasuf, Ghunia Abdrabbah en Sanabel Relief Agency Ltd.

De Raad van de Europese Unie draagt naast zijn eigen kosten de kosten van verzoekers alsmede de bedragen die ter zake van de rechtsbijstand zijn voorgeschoten door de kas van het Gerecht.

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Europese Commissie dragen hun eigen kosten.

____________

1 - PB C 165 van 15.7.2006.