Language of document :

Beroep ingesteld op 4 maart 2022 – Europese Commissie / Koninkrijk Denemarken

(Zaak C-167/22)

Procestaal: Deens

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Grønfeldt en P. Messina, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk Denemarken

Conclusies

vaststellen dat het Koninkrijk Denemarken zijn verplichtingen uit hoofde van de bepalingen inzake het vrij verrichten van vervoerdiensten in de artikelen 1, 8 en 9 van verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad1 niet is nagekomen door de parkeerduur op rustplaatsen in staatseigendom langs de Deense snelwegen te beperken tot maximaal 25 uur;

het Koninkrijk Denemarken verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie betoogt dat de 25 uur-regel weliswaar geen directe discriminatie vormt, maar desalniettemin het vrij verrichten van diensten belemmert, omdat de regel Deense vervoerders anders raakt dan niet-Deense vervoerders. Bestuurders die werken voor niet-Deense vervoerders zullen meer moeilijkheden ondervinden om aan hun verplichtingen inzake rij- en rusttijden krachtens het Unierecht, met name krachtens verordening (EG) nr. 561/20061 , te voldoen dan bestuurders die werken voor Deense vervoerders met exploitatievestigingen in Denemarken waarnaar de bestuurders kunnen terugkeren en waar zij tijdens hun rustperiodes kunnen parkeren.

Volgens de Commissie kan de regel niet worden gerechtvaardigd op grond van de door Denemarken aangevoerde doelstellingen om (i) meer plaatsen beschikbaar te stellen waar bestuurders hun pauzes en korte rustperiodes kunnen nemen, (ii) een einde te stellen aan het illegaal en gevaarlijk parkeren langs autosnelwegen, (iii) te zorgen voor ordelijke omstandigheden op rustplaatsen door de negatieve gevolgen van het lang parkeren tegen te gaan en (iv) de levens- en arbeidsomstandigheden voor bestuurders te verbeteren, aangezien die regel niet geschikt is om deze doelstellingen te verwezenlijken en daarenboven verder gaat dan nodig is om die te bereiken.

____________

1 Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB 2009, L 300, blz. 72).

1 Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PB 2006, L 102, blz. 1).