Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État (Frankrijk) op 22 december 2023 – Sumitomo Chemical Agro Europe SAS / Agence nationale de sécurité sanitaire de l’alimentation, de l’environnement et du travail (ANSES), Compagnie européenne de réalisations antiparasitaires SAS France (CERA)

(Zaak C-809/23, Sumitomo Chemical Agro Europe)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Conseil d’État

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Sumitomo Chemical Agro Europe SAS

Verwerende partijen: Agence nationale de sécurité sanitaire de l’alimentation, de l’environnement et du travail (ANSES), Compagnie européenne de réalisations antiparasitaires SAS France (CERA)

Betrokken partij: Ministre de la transition écologique et de la cohésion des territoires

Prejudiciële vragen

Indien de bevoegde nationale autoriteit waarbij vóór 1 september 2013 een aanvraag tot toelating voor het op de markt brengen van een biocide is ingediend en die deze aanvraag overeenkomstig artikel 91 van verordening nr. 528/20121 heeft onderzocht op grond van de nationale bepalingen ter omzetting van richtlijn 98/8/EG2 , na afgifte van die toelating door een derde wordt verzocht om toegang tot informatie over het door haar toegelaten biocide en de daarin vervatte werkzame stof, en met name over de technische gelijkwaardigheid daarvan met een toegelaten werkzame stof, moet deze autoriteit dit verzoek om toegang dan onderzoeken in het licht van de vertrouwelijkheidsregels die zijn vastgelegd in de nationale bepalingen ter omzetting van artikel 19 van richtlijn 98/8/EG, dan wel in het licht van de regels van de artikelen 66 en 67 van verordening nr. 528/2012?

Indien een dergelijk verzoek om toegang onder richtlijn 98/8/EG valt, waarvan artikel 19 van toepassing is onverminderd richtlijn 2003/4/EG1 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003:

- kan de aanvrager op grond van lid 3, onder k), van dat artikel, waarin is bepaald dat nadat de toelating voor het op de markt brengen van het biocide is verleend, de „analysemethoden, bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c)” in geen geval als vertrouwelijk worden beschouwd, alle gedetailleerde informatie betreffende deze methoden verkrijgen, zelfs indien de openbaarmaking ervan het zakengeheim in het gedrang kan brengen, dan wel alleen algemene informatie betreffende de aard van deze methoden en, in voorkomend geval, de conclusies die daaruit konden worden getrokken?

- kan de aanvrager op grond dat de „de fysische en chemische eigenschappen van de werkzame stof en het biocide” krachtens artikel 19, lid 3, onder f), in geen geval als vertrouwelijk worden beschouwd nadat de toelating is verleend, openbaarmaking eisen van gedetailleerde gegevens over de samenstelling van de werkzame stof of het biocide, zelfs indien daarmee productieprocedés rechtstreeks of indirect kunnen worden onthuld?

Indien een dergelijk verzoek om toegang daarentegen onder verordening nr. 528/2012 valt:

- heeft de Uniewetgever met de artikelen 66 en 67 van deze verordening, waarin niet wordt verwezen naar richtlijn 2003/4, een specifieke en uitputtende regeling willen vaststellen voor de openbaarmaking van informatie over biociden en de werkzame stoffen ervan en zodoende de bepalingen van richtlijn 2003/4 buiten toepassing willen laten, voor zover daarin ten eerste is bepaald dat het zakengeheim niet in de weg kan staan aan de openbaarmaking van informatie over emissies in het milieu en ten tweede dat, wanneer de openbaarmaking van andere milieu-informatie de commerciële belangen van een onderneming kan schaden, de bevoegde administratieve autoriteit, alvorens een eventuele openbaarmaking te weigeren, de belangen van die onderneming moet afwegen tegen het algemeen belang?

- valt de openbaarmaking van een beoordelingsrapport over de technische gelijkwaardigheid van een goedgekeurde werkzame stof met de werkzame stof in een biocide, dat wordt opgesteld naar aanleiding van een aanvraag tot toelating voor het op de markt brengen van dat biocide, onder artikel 67, lid 3, onder e), van verordening nr. 528/2012, waarin is bepaald dat het beoordelingsrapport over goedgekeurde werkzame stoffen openbaar wordt gemaakt, tenzij de aanvrager om vertrouwelijke behandeling heeft verzocht, onder lid 4, onder b), van datzelfde artikel, waarin is bepaald dat het beoordelingsrapport over een toegelaten biocide openbaar wordt gemaakt, tenzij de aanvrager om vertrouwelijke behandeling heeft verzocht, dan wel onder andere openbaarmakingsregels?

- kan de aanvrager op grond van artikel 66, lid 3, onder j), van verordening nr. 528/2012, waarin is bepaald dat, nadat toelating voor het op de markt brengen van een biocide is verleend, de toegang tot de „de analysemethoden, bedoeld in artikel 19, lid 1, onder c)” „in geen geval wordt geweigerd”, alle gedetailleerde informatie betreffende deze methoden verkrijgen, zelfs indien de openbaarmaking ervan het zakengeheim in het gedrang kan brengen, dan wel alleen algemene informatie betreffende de aard van deze methoden en, in voorkomend geval, de conclusies die daaruit konden worden getrokken?

- moet artikel 67, lid 1, onder h), van diezelfde verordening, waarin is bepaald dat vanaf de datum waarop een werkzame stof is goedgekeurd, de „analysemethoden als bedoeld in [...] titel 2, afdeling 4.2 van bijlage II” kosteloos ter beschikking worden gesteld, aldus worden uitgelegd dat dit artikel in werkelijkheid verwijst naar de vermelding in afdeling 4.3 van de tabel in titel 2 van bijlage II, waarnaar het verwees vóór de vaststelling van de gedelegeerde verordening van de Commissie van 19 oktober 2020 tot wijziging van de bijlagen II en III bij de verordening1 ? Indien deze bepalingen aldus moeten worden uitgelegd dat zij verwijzen naar de thans geldende vermelding in afdeling 4.2 van de tabel in titel 2 van bijlage II, en in de veronderstelling dat deze vermelding van toepassing is op een werkzame stof die niet is goedgekeurd, maar die is erkend als technisch gelijkwaardig met een goedgekeurde werkzame stof, kan de aanvrager dan op grond van de in beginsel openbaar te maken „Methoden voor de analyse van het micro-organisme, zoals vervaardigd” als bedoeld in die afdeling 4.2, alle gedetailleerde informatie betreffende deze methoden verkrijgen, zelfs indien de openbaarmaking ervan het zakengeheim in het gedrang kan brengen, dan wel alleen algemene informatie betreffende de aard van deze methoden en, in voorkomend geval, de conclusies die daaruit konden worden getrokken?

Indien, tot slot, de bepalingen van richtlijn 2003/4 in het onderhavige geding van toepassing zijn, kan het begrip „informatie over emissies in het milieu” in de zin van artikel 4, lid 2, van deze richtlijn, dat ziet op inlichtingen over de aard, de samenstelling, de hoeveelheid, de datum en de plaats van deze emissies, alsook op gegevens over de invloeden die deze emissies op kortere of langere termijn op het milieu hebben, zich dan uitstrekken tot de door de bevoegde autoriteit verzamelde of ontvangen informatie in het kader van het onderzoek naar de technische gelijkwaardigheid van een werkzame stof met een goedgekeurde werkzame stof, of blijft de draagwijdte ervan beperkt tot informatie over het biocide dat een dergelijke stof bevat, aangezien dit biocide in al zijn bestanddelen in het milieu wordt uitgestoten, en niet de werkzame stof alleen?

____________

1     Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB 2012, L 167, blz. 1).

1     Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PB 1998, L 123, blz. 1).

1     Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB 2003, L 41, blz. 26).

1     Gedelegeerde verordening (EU) 2021/525 van de Commissie van 19 oktober 2020 tot wijziging van de bijlagen II en III bij verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB 2021, L 106, blz. 3).