Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curte de Apel Bucureşti (Roemenië) op 27 juni 2023 – Braila Winds SRL / Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice București - Administrația Fiscală pentru Contribuabili Mijlocii București, Ministerul Finanţelor, Preşedintele Agenţiei Naţionale de Administrare Fiscală, Agenţia Naţională de Administrare Fiscală

(Zaak C-391/23, Braila Winds)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Curtea de Apel Bucureşti

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Braila Winds SRL

Verwerende partijen: Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice București - Administrația Fiscală pentru Contribuabili Mijlocii București, Ministerul Finanţelor, Preşedintele Agenţiei Naţionale de Administrare Fiscală, Agenţia Naţională de Administrare Fiscală

Prejudiciële vragen

Moeten de bepalingen van de artikelen 107 en 108 VWEU aldus worden uitgelegd dat een nationale regeling zoals de regeling die is ingevoerd bij Legea nr. 259/2021 (wet nr. 259/2021), op grond waarvan slechts aan bepaalde elektriciteitsproducenten een belasting wordt opgelegd, staatssteun voor vrijgestelde entiteiten vormt waarvoor een meldingsplicht geldt? Is een dergelijke regeling discriminerend indien zij slechts geldt voor bepaalde producenten van elektriciteit, waaronder die van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen?

Moeten de bepalingen van respectievelijk de artikelen 49 en 56 VWEU en van artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling zoals de regeling die is ingevoerd bij wet nr. 259/2021, op grond waarvan slechts aan bepaalde producenten van elektriciteit (waaronder die van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen), met uitsluiting van andere categorieën producenten, een hoge belasting wordt opgelegd?

Staat richtlijn (EU) 2019/9441 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van richtlijn 2012/27/EU2 , die voorafgaat aan verordening 2022/1854, in de weg aan een nationale regeling, zoals de regeling die is ingevoerd bij wet nr. 259/2021, die zou kunnen leiden tot vaststelling van de verkoopprijs/een beperking van de vrijheid om de verkoopprijs vast te stellen?

Staan de bepalingen van artikel 191, lid 2, VWEU inzake het voorzorgsbeginsel, het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen aan de bron moeten worden bestreden en het beginsel dat de vervuiler betaalt, in de weg aan een nationale regeling zoals de regeling die is ingevoerd bij wet nr. 259/2021? Komen de Europese doelstellingen om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn en het beleid van de Europese Unie op het gebied van de belasting van energie hierdoor niet in het gedrang?

____________

1     Verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober 2022 betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen (PB 2022, L 261 I, blz. 1).

1     Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van richtlijn 2012/27/EU (PB 2019, L 158, blz. 125).