Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy (Polen) op 27 juni 2023 – Rzecznik Finansowy

(Zaak C390/23, Rzecznik Finansowy)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Najwyższy

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Rzecznik Finansowy

Andere partijen in de procedure: Bank AG S.A, M.S., A.K.

Prejudiciële vraag

Verzet artikel 19, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, gelezen in samenhang met artikel 47, tweede alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zich tegen een regeling van nationaal recht waarin is bepaald dat de rechterlijke instantie van laatste aanleg (de Sąd Najwyższy) bij de behandeling van een buitengewoon rechtsmiddel (buitengewoon beroep) ingesteld tegen een onherroepelijke uitspraak van een gewone rechterlijke instantie beslist in een rechtsprekende formatie waarin een persoon (lekenrechter van de Sąd Najwyższy) zitting heeft die:

1. geen rechter van de Sąd Najwyższy is;

2. is benoemd in zijn functie:

a) rechtstreeks door de wetgever, bij een besluit dat met een gewone meerderheid is gegeven,

b) dat is gegeven krachtens algemene en oncontroleerbare selectiecriteria,

c) in een procedure waarin deze benoeming niet door een rechter kan worden getoetst,

d) voor een ambtstermijn van 4 jaar;

3. en door de wetgever kan worden ontslagen, wat evenmin aan rechterlijke toetsing onderhevig is?

____________