Language of document :

Beroep ingesteld op 25 januari 2012 - Advance Magazine Publishers/BHIM López Cabré (TEEN VOGUE)

(Zaak T-37/12)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Advance Magazine Publishers Inc. (New York, Verenigde Staten) (vertegenwoordiger: T. Alkin, barrister)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Eduardo López Cabré (Barcelona, Spanje)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 22 november 2011 in zaak R 1763/2010-4 te vernietigen voor zover zij betrekking heeft op de oppositie op basis van het oudere merk; en

opposante te verwijzen in de kosten van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Betrokken gemeenschapsmerk: woordmerk "TEEN VOGUE" voor onder meer waren van klasse 18 - gemeenschapsmerkaanvraag nr. 5265517

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Oppositiemerk of -teken: Spaanse merkinschrijving nr. 496371 van het woordmerk "VOGUE" voor waren van klasse 18; Spaanse merkinschrijving nr. 2153619 van het beeldmerk "VOGUE moda en lluvia" voor waren van klasse 18; gemeenschapsmerkinschrijving nr. 2082287 van het woordmerk "VOGUE" voor waren van klasse 18

Beslissing van de oppositieafdeling: gedeeltelijke afwijzing van de gemeenschapsmerkaanvraag

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 43, lid 2, van verordening nr. 207/2009 van de Raad en/of van regel 22, lid 3, van verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie alsmede van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 van de Raad, aangezien de kamer van beroep blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat opposantes bewijsmateriaal "in zijn geheel beschouwd" volstond om het gebruik van het oudere merk aan te tonen, ten onrechte heeft vastgesteld dat er verwarringsgevaar was tussen verzoeksters merk en het oppositiemerk.

____________