Language of document : ECLI:EU:T:2007:191

Zaak T‑182/06

Koninkrijk der Nederlanden

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Harmonisatie van wetgevingen – Afwijkende nationale bepalingen – Afwijzing door Commissie van ontwerpbesluit waarmee vooruit wordt gelopen op verlaging van communautaire grenswaarde voor fijnstofuitstoot door bepaalde nieuwe voertuigen met dieselmotor – Zorgvuldigheids‑ en motiveringsplicht – Specificiteit van probleem voor aanmeldende lidstaat om aan communautaire grenswaarden voor fijnstofconcentratie in lucht te voldoen”

Samenvatting van het arrest

Harmonisatie van wetgevingen – Artikel 95 EG – Procedure voor goedkeuring van afwijkende nationale bepalingen

(Art. 95, lid 5, EG)

Om afwijkende nationale voorschriften vast te stellen op gebieden waarop reeds een communautaire harmonisatiemaatregel is vastgesteld, moet een lidstaat krachtens artikel 95, lid 5, EG kunnen rechtvaardigen dat de nationale voorschriften zijn gebaseerd op nieuwe wetenschappelijke gegevens en het antwoord vormen op een voor hem specifiek probleem dat zich na de vaststelling van de harmonisatiemaatregel heeft aangediend. Deze bepaling geldt vooral voor gevallen waarin zich op het gehele of op een gedeelte van het grondgebied van een lidstaat een nieuw verschijnsel voordoet dat het milieu of het arbeidsmilieu negatief beïnvloedt, waarmee geen rekening kon worden gehouden bij het opstellen van de geharmoniseerde voorschriften en waarvoor meteen een oplossing moet worden gevonden op nationaal niveau zonder te wachten op een wijziging van de gemeenschapsregeling. Die zou immers ongeschikt kunnen zijn om het geconstateerde probleem op te lossen, hetzij omdat het een zuiver plaatselijk verschijnsel is, hetzij vanwege de bijzondere vormen op lokaal niveau, die onverenigbaar zijn met de termijnen die inherent zijn aan de onderhandelingen over een nieuw geharmoniseerd voorschrift en aan de inwerkingtreding daarvan.

Aangezien artikel 95, lid 5, EG het geval betreft van een specifiek probleem dat zich in een lidstaat heeft aangediend nadat een communautaire harmonisatiemaatregel is genomen, sluit dit artikel dus uit dat op grondslag daarvan in afwijking van de geharmoniseerde bepaling nationale voorschriften worden vastgesteld om het hoofd te bieden aan een zich in de Gemeenschap algemeen voordoend milieurisico. Elk probleem dat zich in zijn geheel bezien op vergelijkbare wijze in alle lidstaten voordoet en waarvoor dus op gemeenschapsniveau geharmoniseerde oplossingen kunnen worden gegeven, is algemeen van aard en is dus niet specifiek in de zin van artikel 95, lid 5, EG.

Voor de juiste uitlegging van artikel 95, lid 5, EG moet het vereiste dat het een specifiek nationaal probleem betreft dus in wezen worden opgevat vanuit het oogpunt van de vraag of de communautaire harmonisatie van de toepasselijke voorschriften al dan niet geschikt is om een adequaat antwoord te vormen voor plaatselijk optredende moeilijkheden. Indien wordt vastgesteld dat dit niet het geval is, vormt dat een rechtvaardiging voor de invoering van nationale maatregelen.

(cf. punten 59, 61-64)