Language of document :

Beroep ingesteld op 22 augustus 2008 - Helena Rubinstein / BHIM - Allergan (BOTOLIST)

(Zaak T-345/08)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Helena Rubinstein, SNC (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: A. von Mühlendahl en J. Pagenberg, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Allergan, Inc. (Irvine, Verenigde Staten)

Conclusies

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 28 mei 2008 in zaak R 863/2007-1 te vernietigen;

het beroep van de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep tegen de beslissing van de nietigheidsafdeling van verweerder van 28 maart 2007 in zaak 1118 C te verwerpen;

verweerder te verwijzen in de kosten van de procedure, met inbegrip van de kosten van verzoekster voor de kamer van beroep; en

de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep te verwijzen in de kosten van de procedure, met inbegrip van de kosten van verzoekster voor de kamer van beroep, indien die andere partij in deze zaak mocht interveniëren.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: woordmerk "BOTOLIST" voor waren van klasse 3 - gemeenschapsmerk nr. 2 686 392

Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Merkrecht van de partij die nietigverklaring vordert: gemeenschapsmerk nr. 2 015 832 voor het beeldmerk "BOTOX" voor waren van klasse 5; gemeenschapsmerk nr. 2 575 371 voor het beeldmerk "BOTOX" voor waren van klasse 5; gemeenschapsmerk nr. 1 923 986 voor het beeldmerk "BOTOX" voor waren van de klassen 5 en 16; gemeenschapsmerk nr. 1 999 481 voor het woordmerk "BOTOX" voor waren van klasse 5; verschillende inschrijvingen voor het merk "BOTOX" in de lidstaten van de Europese Gemeenschappen

Beslissing van de nietigheidsafdeling: verwerping van het verzoek tot nietigverklaring

Beslissing van de kamer van beroep: vernietiging van de beslissing van de nietigheidsafdeling

Aangevoerde middelen: Schending van artikel 8, lid 5, van verordening nr. 40/94 van de Raad, omdat er geen bewijs is dat de oudere merken bekend waren op het relevante tijdstip, de conflicterende merken niet voldoende overeenstemmen, er verder geen bewijs is dat het gebruik van het ingeschreven gemeenschapsmerk dat voorwerp is van het verzoek tot nietigverklaring, schadelijk zou zijn voor het onderscheidend vermogen en de bekendheid van de oudere merken, en er geen bewijs is dat verzoekster geen geldige reden had voor de keuze van het ingeschreven gemeenschapsmerk om nietigverklaring waarvan is verzocht; schending van artikel 73 van verordening nr. 40/94, omdat de bestreden beslissing niet de redenen aangeeft waarop zij is gebaseerd.

____________