Language of document :

Beroep ingesteld op 13 november 2023 – Bowles e.a./ECB

(Zaak T-1076/23)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Carlos Bowles (Frankfurt am Main, Duitsland) en 39 andere (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

hun salaris- of pensioenafrekeningen over januari 2023 en hun salaris- of pensioenafrekeningen die na januari 2023 zijn opgemaakt, nietig te verklaren, voor zover deze de algemene salarisaanpassing 2023 doorvoeren, die is vastgesteld op 4,0751 % overeenkomstig het besluit van de ECB van 22 december 2022;

voor zover nodig, het besluit van de ECB van 8 mei 2023 houdende afwijzing van het door de verzoekende partijen tegen voornoemd besluit ingestelde verzoek tot administratieve toetsing, nietig te verklaren;

voor zover nodig, het besluit van de ECB van 30 augustus 2023 houdende gedeeltelijke afwijzing van de door verzoekers ingestelde klacht nietig te verklaren;

de verwerende partij te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voeren verzoekers volgend middel aan.

Schending van de berekeningsmethode van de algemene salarisaanpassing, die is gebaseerd op een specifieke beoordeling van de salarisaanpassingen in de organisaties waaruit het personeel van de ECB met name wordt aangeworven, zoals de nationale centrale banken („referentieorganisaties”), en schending van het gewettigd vertrouwen, aangezien:

bij de vaststelling van de algemene salarisaanpassing rekening is gehouden met het verslag van de Bank voor Internationale Betalingen (een referentieorganisatie), waarin een verhoging met 1,5 % is weergegeven in Zwitserse frank (CHF), terwijl volgens verzoekers de bedragen in Zwitserse frank hadden moeten worden omgezet naar bedragen, uitgedrukt in euro (EUR);

de ECB van mening is dat drie voordelen (een forfaitair bedrag op grond van de gestegen energieprijzen, een aanpassing van de functieniveaus en gratis tickets voor openbaar vervoer) die aan werknemers van de Deutsche Bundesbank (een referentieorganisatie) zijn toegekend, buiten de invulling van het begrip „bruto basisjaarsalarissen” zoals vastgesteld in de berekeningsmethode vallen, terwijl deze voordelen hadden moeten worden opgenomen bij de berekening van het stijgingspercentage van de salarissen bij de Deutsche Bundesbank;

bij gebreke van een algemene methode voor salarisaanpassing bij de centrale bank van Cyprus (een referentieorganisatie) en gelet op het feit dat deze laatste is overgeschakeld op louter prestatiegerelateerde, maar hogere salarisverhogingen, de data in verband met de salarisaanpassing bij de centrale bank van Cyprus voor 2021 en 2022, die gebruikt wordt voor de algemene salarisaanpassing, gebaseerd moet zijn op deze prestatiegerelateerde salarisaanpassing.

____________