Beroep ingesteld op 30 november 2011 - PICO Food/BHIM - Sobieraj (MILANÓWEK CREAM FUDGE)
(Zaak T-623/11)
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: PICO Food GmbH (Tamm, Duitsland) (vertegenwoordiger: M. Douglas, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Bogumit Sobieraj (Milanówek, Polen)
Conclusies
de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 8 september 2011 in zaak R 553/2010-1 vernietigen;
de verwerende partij verwijzen in de kosten van het geding.
Middelen en voornaamste argumenten
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: andere partij voor de kamer van beroep
Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk "MILANÓWEK CREAM FUDGE" voor waren van klasse 30 - gemeenschapsmerkaanvraag nr. 6342455
Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekende partij
Oppositiemerk of -teken: Duits beeldmerk nr. 30522224 dat een koe weergeeft voor waren van klasse 30; Duits beeldmerk nr. 30523439 "Original Sahne Muh-Muhs HANDGESCHNITTEN HANDGEWICKELT" voor waren van klasse 30; Duits beeldmerk nr. 30702751 "Original Sahne Muh-Muhs HANDGESCHNITTEN HANDGEWICKELT" voor waren van klasse 30; Duits beeldmerk nr. 30702748 "Original Sahne Muh-Muhs HANDGESCHNITTEN HANDGEWICKELT" voor waren van klasse 30; Duits beeldmerk nr. 30700574 "SAHNE TOFFEE LUXURY CREAM FUDGE" voor waren van klasse 30
Beslissing van de oppositieafdeling: afwijzing van de oppositie in haar geheel
Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep
Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 van de Raad doordat de kamer van beroep de door de Europese rechterlijke instanties geformuleerde algemene beginselen onjuist heeft uitgelegd en het bestaan van gevaar voor verwarring van de oppositiemerken met de betwiste aanvraag heeft ontkend. Schending van artikel 76, lid 1, verordening nr. 207/2009 van de Raad doordat de kamer van beroep de beslissing heeft gebaseerd op feiten die niet door de procespartijen werden aangevoerd.
____________