Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 25 februari 2008 door Asa Sundholm tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 13 december 2007 in zaak F-27/07, Sundholm / Commissie

(Zaak T-102/08 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirante: Asa Sundholm (Brussel, België) (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis, E. Marchal, advocaten)

Andere partij in de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Tweede kamer) van 13 december 2007 in zaak F-27/07 te vernietigen;

opnieuw uitspraak te doen en te oordelen zoals de rechter in eerste aanleg had moeten doen: het besluit houdende opstelling van rekwirantes loopbaanontwikkelingrapport over de periode van 1 juli 2001 tot en met 31 december 2002, genomen ter uitvoering van het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 20 april 2005, nietig te verklaren;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten van de beide instanties.

Middelen en voornaamste argumenten

In hogere voorziening vordert rekwirante vernietiging van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken waarbij is verworpen het beroep waarin zij had verzocht om nietigverklaring van het besluit van de Commissie houdende opstelling van haar loopbaanontwikkelingrapport over de periode van 1 juli 2001 tot en met 31 december 2002, daar het eerste rapport over die periode bij arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 20 april 2005 nietig was verklaard.1

Tot staving van de hogere voorziening voert zij één middel aan, ontleend aan een verkeerde rechtsopvatting, schending van artikel 233 EG en schending van het gemeenschapsrecht ter zake van de bijzondere motiveringsplicht.

Het Gerecht voor ambtenarenzaken is van een verkeerde rechtsopvatting uitgegaan en heeft de draagwijdte van het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 20 april 2005 en van artikel 233 EG miskend, door te oordelen dat het TABG, in het kader van maatregelen ter uitvoering van het arrest en gelet op de rechtsoverwegingen ervan alsook op de tijd die is verstreken tussen het nietig verklaarde besluit en het ter uitvoering van dat arrest genomen besluit, geen nadere motivering behoefde te geven overeenkomstig de op de administratie rustende verplichting om een beoordelingsrapport dat ter uitvoering van een arrest van het Gerecht en, volgens rekwirante, te laat is opgesteld, specifiek te motiveren.

Bovendien stelt zij dat het Gerecht voor ambtenarenzaken het absoluut gezag van gewijsde van het arrest van het Gerecht van eerste aanleg heeft miskend, door te aanvaarden dat de schrapping van het ten onrechte in aanmerking genomen commentaar op zich een juiste rectificatie van rekwirantes beoordeling vormde.

____________

1 - Arrest van het Gerecht, Sundholm/Commissie, T-86/04, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie.