Language of document :

Beroep ingesteld op 28 augustus 2008 - IFAW Internationaler Tierschutz-Fonds / Commissie

(Zaak T-362/08)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: IFAW Internationaler Tierschutz-Fonds gGmbH (Hamburg, Duitsland) (vertegenwoordigers: S. Crosby en S. Santoro; advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de Commissie te gelasten het schrijven van Duits Bondskanselier Schröder aan voorzitter van de Commissie Prodi van 15 maart 2000 over te leggen aan het Gerecht;

vast te stellen dat de bestreden beschikking is aangetast door een onjuiste rechtsopvatting en kennelijke beoordelingsfouten, en ze nietig te verklaren;

de Commissie overeenkomstig artikel 87 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht te verwijzen in verzoeksters kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij arrest van 18 december 2007 in zaak C-64/05 P2 heeft het Hof van Justitie het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 30 november 2004, IFAW Internationaler Tierschutz-Fonds/Commissie (T-168/02, Jurispr. blz. II-4135) vernietigd houdende nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 26 maart 2002 waarin de door verzoekster bij brief van 20 december 2001 gevraagde toegang was geweigerd tot documenten betreffende het ontnemen van de beschermde status aan het gebied van de Elbe te Hamburg, een natuurreservaat dat bescherming genoot krachtens het Natura 2000-programma, zoals ingesteld bij richtlijn 92/43/EEG van de Raad, voor de uitbreiding van de bestaande fabriek van Daimler Chrysler Aerospace Airbus GmbH ten behoeve van de uiteindelijke assemblage van de Airbus A3XX. Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof op de hogere voorziening heeft verzoekster bij brief van 13 februari 2008 opnieuw om toegang tot de betrokken documenten verzocht en heeft zij op 29 april 2008 overeenkomstig artikel 7, lid 4, van verordening (EG) nr. 1049/2001 een confirmatief verzoek ingediend.

Met het onderhavige beroep vordert verzoekster krachtens artikel 230 EG de nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 19 juni 2008 waarbij haar verzoek uit hoofde van verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad gedeeltelijk is toegewezen, maar waarbij haar de toegang tot één van de in dit verzoek bedoelde documenten is geweigerd.

Volgens verzoekster heeft de Commissie het recht onjuist toegepast door artikel 4, lid 1, sub a, derde streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001 toe te passen op een louter EU-interne situatie. Bovendien heeft de Commissie volgens verzoekster het recht kennelijk onjuist toegepast door zich op het standpunt te stellen dat de inhoud van de brief van de heer Schröder dusdanig vertrouwelijk was, dat openbaarmaking ervan het economisch beleid van Duitsland en van andere lidstaten van de EU in gevaar zou brengen. Verzoekster stelt voorts dat de Commissie kennelijke beoordelingsfouten heeft gemaakt door zich op het standpunt te stellen dat openbaarmaking van de brief de vertrouwelijkheid van het besluitvormingsproces in het gedrang zou brengen en ten slotte door er niet van uit te gaan dat het openbare belang zwaarder woog dan de vertrouwelijkheid van haar besluitvormingsproces.

____________

1 - Zaak C-64/05 P, Koninkrijk Zweden/Commissie (Jurispr. blz. I-11389).

2 - Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB 1992, L 206, blz. 7).

3 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).