Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 11 augustus 2004 ingesteld door Viz Stal en Duferco Commerciale SpA tegen Raad van de Europese Unie

(Zaak T-335/04)

Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 11 augustus 2004 beroep ingesteld tegen Raad van de Europese Unie door Viz Stal, Yekaterinburg (Rusland), en Duferco Commerciale SpA, Genua (Italië), vertegenwoordigd door R. Luff en J-F. Bellis, advocaten.

Verzoeksters concluderen dat het het Gerecht behage:

─    verordening (EG) nr. 990/2004 van de Raad van 17 mei 2004 tot wijziging van verordening (EG) nr. 151/2003 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op elektroplaat met georiënteerde korrel uit Rusland nietig te verklaren, voorzover daarbij een definitief antidumpingrecht is ingesteld op de invoer door Duferco in de Europese Gemeenschap van de betrokken producten van Viz Stal;

─    te bevelen dat de wijziging door de bestreden verordening van het recht dat op Viz Stal van toepassing is, provisioneel blijft gelden tot de bevoegde instellingen de maatregelen hebben genomen die nodig zijn om gevolg te geven aan het te wijzen arrest;

─    de Raad te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De bestreden verordening1 is vastgesteld ingevolge een tussentijds herzieningsonderzoek dat was geopend op verzoek van verzoekster, Viz Stal, en van een andere Russische producent van het product. Deze beide producenten voerden in hun verzoek aan dat zij aan de voorwaarden voldeden om als een marktgerichte onderneming te worden behandeld en dat hun dumpingmarges waren gedaald.

In het kader van het tussentijdse herzieningsonderzoek, dat beperkt was tot de vaststelling van de dumpingmarge, werd de normale waarde en de exportprijs voor verzoekster berekend, en op die grond werd de dumpingmarge van verzoekster, Viz Stal, vastgesteld. Volgens verzoeksters was de vaststelling van de normale waarde en de exportprijs onregelmatig.

Tot staving van hun verzoek voeren verzoeksters aan dat de Commissie artikel 2, leden 3 en 5, van de basisverordening2 heeft geschonden door niet uit te gaan van de prijzen die Viz Stal aan haar leverancier betaalde. Volgens verzoeksters heeft de Commissie ten onrechte geconcludeerd dat Viz Stal en haar leverancier Magnitogorsk gelieerde partijen waren, en dat de aangerekende prijzen onbetrouwbaar waren. In dat verband voeren verzoeksters ook de schending aan van de hun bij artikel 18, lid 4, van de basisverordening en bij artikel 6, lid 2, van de WTO-antidumpingovereenkomst gewaarborgde rechten van verdediging.

Voorts betogen verzoeksters dat de Commissie inbreuk heeft gemaakt op artikel 2, leden 5 en 6, van de basisverordening, waar zij de geboekte financiële kosten van Viz Stal heeft verhoogd door een rentevoet toe te passen op renteloze leningen die door Vetrade, de houdstermaatschappij van Viz Stal, waren verstrekt. Volgens verzoeksters brachten die leningen, die niet vergelijkbaar zijn met leningen die door onafhankelijke derde partijen worden verstrekt, voor Viz Stal in werkelijkheid geen kosten met zich mee. Verzoeksters stellen eveneens dat de door de Commissie toegepaste rentevoet arbitrair was.

Ten slotte stellen verzoeksters dat de Commissie de kredietkosten ten onrechte tweemaal van de exportprijs heeft afgetrokken. Verzoeksters voeren aan dat de Commissie enerzijds overeenkomstig artikel 2, lid 9, van de basisverordening de kredietkosten als deel van de verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten heeft afgetrokken. Anderzijds heeft de Commissie overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening op de exportprijs een tweede correctie toegepast, voor de kredietkosten die voortvloeien uit de door Duferco aan de eerste onafhankelijke koper toegestane betalingsvoorwaarden.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 990/2004 van de Raad van 17 mei 2004 tot wijziging van verordening (EG) nr. 151/2003 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op elektroplaat met georiënteerde korrel uit Rusland (PB L 182, blz. 5).

2 - Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB 1996, L 56, blz. 1).