Language of document :

Beroep ingesteld op 8 januari 2024 – UL e.a./EDEO

(Zaak T-17/24)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: UL en zes andere verzoekers (vertegenwoordigers: A. Guillerme, T. Bontinck en F. Patuelli, advocaten)

Verwerende partij: Europese Dienst voor extern optreden

Conclusies

Verzoekende partijen vorderen:

nietigverklaring van de bestreden besluiten;

erkenning van het recht van verzoekende partijen op de schooltoelage voor hun kinderen van minder dan vijf jaar oud, berekend overeenkomstig artikel 15 van bijlage X bij het Statuut en rekening houdend met het uitzonderingsgeval waarin zij zich bevinden;

verwijzing van verwerende partij in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep tegen de besluiten van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) waarbij deze laatste heeft geweigerd voor de schooltoelage rekening te houden met de door verzoekende partijen gedragen kinderdagverblijf- en schoolkosten, voeren zij vier middelen aan.

Eerste middel: onjuiste rechtsopvatting bij de toepassing van artikel 15 van bijlage X bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (hierna: „Statuut”), en exceptie van onrechtmatigheid van de bepalingen van de gids voor delegaties van de Unie betreffende de schooltoelage.

Tweede middel: onjuiste rechtsopvatting en kennelijke beoordelingsfout van de EDEO doordat deze een lager plafond heeft toegepast dan datgene waarin artikel 15 van bijlage X bij het Statuut voorziet, en exceptie van onrechtmatigheid van de bepalingen van de gids voor delegaties van de Unie betreffende de schooltoelage.

Derde middel: onjuiste rechtsopvatting, kennelijke beoordelingsfout en niet-naleving van de zorgplicht door de EDEO doordat deze heeft geoordeeld dat verzoekers zich niet bevonden in een uitzonderingsgeval in de zin van artikel 15 van bijlage X bij het Statuut.

Vierde middel: inbreuk op het beginsel van niet-discriminatie tussen enerzijds ouders van kinderen van 3 tot 5 jaar oud en ouders van kinderen van minder dan 3 jaar oud en anderzijds ouders van kinderen van minder dan 5 jaar oud en ouders van kinderen van meer dan 5 jaar oud, alsmede inbreuk op het evenredigheidsbeginsel.

____________