Language of document :

Beroep ingesteld op 11 februari 2008 - Hedgefund Intelligence / BHIM - Hedge Invest (InvestHedge)

(Zaak T-67/08)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Hedgefund Intelligence Ltd (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: J. Reed, Barrister, en G. Crofton Martin, Solicitor)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Hedge Invest SGR P.A. (Milaan, Italië)

Conclusies

vernietiging van de beslissing van de tweede kamer van beroep van 28 november 2007 in zaak R 148/2007-2 houdende verwerping van het beroep,

afwijzing van de door opposante ingestelde oppositie,

verwijzing van het Bureau en van de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep in hun eigen kosten alsmede verwijzing van de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep in de kosten welke verzoekster zijn opgekomen in de procedure voor de oppositieafdeling, voor de kamer van beroep en voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk "InvestHedge" voor waren en diensten van de klassen 9, 16, 36 en 41 - aanvraag nr. 3 081 081

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: Hedge Invest SGR P.A.

Oppositiemerk of -teken: communautair beeldmerk "HEDGE INVEST" voor diensten van klasse 36

Beslissing van de oppositieafdeling: toewijzing van de oppositie voor alle betwiste waren van de klassen 36 en 41 en voortzetting van de gemeenschapsmerkaanvraag voor de niet-betwiste waren van de klassen 9 en 16

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: Verzoekster stelt dat de kamer van beroep bij de beoordeling van de visuele overeenstemming van de conflicterende merken voor niet-Engelstalige consumenten ten onrechte rekening heeft gehouden met de "commerciële indruk" en ten onrechte heeft geoordeeld dat de conflicterende merken dezelfde commerciële indruk nalaten.

Bij de beoordeling van de auditieve overeenstemming van de conflicterende merken voor niet-Engelstalige consumenten heeft de kamer van beroep ten onrechte de bewijslast bij verzoekster gelegd.

Ten slotte heeft de kamer van beroep het niet-betwiste oordeel dat de diensten van de klassen 36 en 41 in slechts zeer beperkte en/of geringe mate soortgelijk zijn, niet toegepast toen zij dat behoorde te doen.

____________